volgende
vorige
items

Nieuws

De EU-lidstaten moeten meer ambitie tonen om het gezamenlijke doel inzake hernieuwbare energie te halen

Taal wijzigen:
Nieuws Gepubliceerd 07-03-2019 Laatst gewijzigd 08-03-2019
2 min read
Photo: © Tim Laws, WaterPIX /EEA
Sinds 2005 is het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in de Europese Unie verdubbeld, maar deze groei is in de afgelopen jaren afgezwakt, vooral door het toenemende energieverbruik en door te weinig vooruitgang in de transportsector. Uit het recente rapport van het Europees Milieuagentschap (EEA) blijkt dat de EU-lidstaten zich meer moeten inspannen om het doel voor 2020 inzake hernieuwbare energie nog te halen.

Het EEA-rapport ‘Renewable energy in Europa - 2018’ schetst de voortgang bij de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen in de EU en is gebaseerd op officiële gegevens van 2016 en voorlopige EEA-ramingen voor 2017.

Het rapport toont aan dat het aandeel van hernieuwbare energie in het uiteindelijke energieverbruik in de EU is toegenomen van 16,7% in 2015 tot 17,0% in 2016 en dat dit aandeel voor 2017 wordt geraamd op 17,4%. Hoewel de EU op koers blijft om haar doel van 20% hernieuwbare energie in het bruto-eindverbruik van energie in 2020 te halen, vertragen recente toenames in het eindverbruik van energie in enkele lidstaten het tempo in de hele EU.

Teneinde het doel in 2030 te bereiken moeten de EU-lidstaten het aandeel van hernieuwbare energiebronnen collectief tot minstens 32% van het bruto-eindverbruik verhogen. Momenteel loopt het gebruik van hernieuwbare energie door de individuele lidstaten sterk uiteen: van meer dan 30% van het bruto-eindverbruik in Oostenrijk, Denemarken, Finland, Letland en Zweden tot minder dan 9% in België, Luxemburg, Malta en Nederland, blijkt uit het EEA-verslag.

Overige belangrijke bevindingen

In 2017 bleek 85% van alle nieuwe stroomcapaciteit in de EU afkomstig van hernieuwbare bronnen. Drie kwart daarvan kwam voor rekening van windkracht en zonne-energie. Een derde van alle stroomverbruik in de EU in 2016 en 2017 kwam van hernieuwbare bronnen.

Hernieuwbare energie in de EU wordt vooral gebruikt voor verwarming en koeling, met een marktaandeel van 19% in 2016 en 2017. De transportsector hinkt ver achteraan met slechts 7% aandeel van hernieuwbare energie in diezelfde periode. In het vervoer komt de meeste hernieuwbare energie van biobrandstoffen. Alleen gecertificeerde biobrandstoffen die voldoen aan de duurzaamheidscriteria van de richtlijn hernieuwbare energie kunnen voor deze doelstellingen worden meegeteld.

Volgens het rapport is de EU nog altjid de wereldleider in hernieuwbare stroomcapaciteit per hoofd van de bevolking, maar China investeert nu meer in nieuwe capaciteit. Het percentage banen in deze sector stijgt sneller in Brazilië en China dan in de EU.

Dankzij het toenemende gebruik van hernieuwbare energie kon de EU haar vraag naar fossiele brandstoffen en de daarmee gepaard gaande uitstoot van broeikasgassen verminderen. Volgens de analyse van het EEA zou de totale emissie van broeikasgassen in 2016 ongeveer 9%, en in 2017 10% hoger zijn geweest, als het toenemende gebruik van hernieuwbare energiebronnen sinds 2005 niet 11% van het bruto binnenlandse verbruik van fossiele brandstoffen in deze periode had vervangen.

Het rapport ‘Renewable energy in Europe’ vormt een aanvulling van de jaarlijkse beoordeling door de EEA van de vooruitgang met betrekking tot de klimaat- en energiedoelen van de EU in de publicatie Trends and projections in Europe 2018(tendenzen en prognoses in Europa 2018).

Permalinks

Geographic coverage

Temporal coverage

Tags

Documentacties