volgende
vorige
items

Article

Kan de vervoerssector zijn eigen milieu-impact oplossen?

Taal wijzigen:
Article Gepubliceerd 22-01-2016 Laatst gewijzigd 11-05-2021
Photo: © Jevgenij Scolokov, Picture2050/EEA
Topics:
Onlangs is het EMA-jaarverslag “Transport and Environment Reporting Mechanism (TERM) 2015” verschenen. Daarnaast trekt het schandaal rond de sjoemelsoftware voor de uitstoot van auto's internationaal veel aandacht. Reden om eens te praten met de TERM-coordinator van EMA, Alfredo Sánchez Vicente.

Wat is TERM en waarom is het zo belangrijk?

Het EMA brengt jaarlijks een TERM-rapport uit. TERM onderzoekt en beschrijft hoe de vervoerssector bezig is om de negatieve gevolgen voor het milieu te verminderen.Het geeft een overzicht van de nieuwste gegevens over de belangrijke milieutrends. Het schetst een beeld van de voortgang in de milieudoelstellingen en biedt beleidsmakers inzicht in de resultaten van hun beleid.

Daarnaast houdt TERM bij hoe het staat met de vorderingen in de doelstellingen van het EU Witboek Transport 2011 en ander vervoers- en milieubeleid en -regelgeving op dat gebied. Verder besteedt het jaarlijks aandacht aan een speciaal thema zoals stadsvervoer of luchtkwaliteit.

TERM is geïntroduceerd in 2000 als eerste reguliere rapportageserie, iets wat tegenwoordig wijdverbreid is in de EMA-lidstaten.

Wat zijn volgens het laatste rapport de belangrijkste aandachtspunten voor de vervoerssector en welke druk oefent de sector uit op het milieu?

Ons onderzoek laat zien dat het vervoer significante gevolgen blijft hebben voor het milieu en de gezondheid door onder andere luchtvervuiling, klimaatverandering en geluid. De negatieve milieugevolgen van de vervoerssector zijn afhankelijk van drie belangrijke factoren: het aantal en de lengte van de ritten, de gebruikte vervoersmiddelen - sommige zijn milieuvriendelijker dan andere - en de technologie die nodig is voor elke vorm van vervoer. Om deze aspecten te onderzoeken, wordt in het rapport gekeken naar de huidige inspanningen en welke stappen nodig zijn om de doestellingen voor duurzaam vervoer in 2050 te halen. Daarbij wordt ingegaan op de fundamentele veranderingen die nodig zijn in de manier waarop mensen zich verplaatsen en goederen worden vervoerd.

Ook andere uitdagingen worden besproken. Zoals recentelijk uitgebreid in de pers is beschreven, kunnen er aanzienlijke verschillen bestaan tussen de officiële en de werkelijke uitstoot van auto's, om diverse redenen. Officiële tests weerspiegelen niet alle omstandigheden van het rijden en hebben geleid tot technische trucs die goede resultaten laten zien in testsituaties, maar niet tijdens het werkelijke gebruik. Wij vinden het belangrijk dat geplande verbeteringen in de manier waarop wegvoertuigen worden getest, zo snel mogelijk worden doorgevoerd.  

Elektrisch rijden kan ook een oplossing zijn om de uitstoot van broeikasgassen door vervoersmiddelen te beperken. De EU-strategie om over te stappen op koolstofarme vervoerssystemen is afhankelijk van de ontwikkelingen in de technologie van andere dan verbrandingsmotoren. Ondanks de toename van het gebruik van elektrische voertuigen is het aandeel elektrische auto's (0,07% van het totaal aantal personenauto's) en duurzame energie nog erg klein. Naar verwachting zijn alleen technische vernieuwingen niet voldoende om de Europese doelstellingen voor beperking van de broeikasgasemissies door het vervoer in 2050 te verwezenlijken. Tot 2007 werd de positieve invloed van technische vernieuwingen op de uitstoot zelfs teniet gedaan door de toenemende vraag naar vervoer. Daarna is de uitstoot afgenomen, onder andere door afnemende groei en een dalende vraag naar vervoer. De eerste gegevens over 2014 laten echter opnieuw een lichte toename zien. Volgens de projecties van de EU zelf zullen de doelstellingen voor minder fossiele brandstoffen dus niet worden gehaald, tenzij er nieuwe ambitieuze acties worden opgezet.

Wat is het Europese beleid voor de milieuprestaties van de Europese vervoerssector en wat wordt er op EU-niveau ondernomen om de genoemde problemen het hoofd te bieden?

Het EU-beleid heeft een belangrijke rol gespeeld in het terugdringen van milieuproblemen die veroorzaakt worden door het vervoer. Er is echter weinig beleid dat gericht is op het terugdringen van het aantal en de lengte van autoritten in vergelijking met het stimuleringsbeleid voor milieuvriendelijke vervoerswijzen, of met het beleid voor technologische vernieuwing in de verschillende vervoersvormen.

Zo is het beleid voor uitstootbeperking geleidelijk strenger geworden en heeft het goede resultaten opgeleverd, met name door de introductie van normen voor luchtverontreiniging door personenauto's, bestelbussen en vrachtwagens, en CO2-normen voor personenauto's en bestelbussen.

Daarnaast zijn landen verplicht om in 2020 minimaal 10% van de brandstof voor het vervoer uit hernieuwbare energiebronnen te halen en wordt er gewerkt aan de ontwikkeling van schone auto's en infrastructuur. We hebben gezien dat er met succes auto's op alternatieve brandstoffen zijn geïntroduceerd, maar de infrastructuur voor oplaadpunten en tankstations vormt nog een probleem. Daardoor zijn deze voertuigen minder aantrekkelijk als privéauto of bedrijfswagen.

De introductie van brandstofnormen in Europa heeft geleid tot een scherpe daling van het zwavelgehalte in brandstoffen voor het wegvervoer en tot de vrijwel volledige uitbanning van lood.

Maar het TERM-rapport maakt ook duidelijk dat er nog veel meer moet gebeuren.

Welke bijdrage levert het EMA aan deze inspanningen?

Het EMA verzamelt data en levert prognoses en rapporten die als basis dienen voor evaluatie van de milieuprestaties van de Europese vervoerssector. Het TERM-rapport en de bijbehorende vervoersprognoses geven ons een kader voor reguliere monitoring en verslaglegging van de doeltreffendheid van integratiestrategieën en ontwikkeling naar een duurzame vervoerssector. TERM speelt ook een belangrijke rol in het signaleren van nieuwe behoeften in dataverzameling.

Los van TERM voert het EMA ook andere vervoersonderzoeken uit, bijvoorbeeld naar elektrisch rijden, transport en gezondheid. Samen met lidstaten en de Europese Commissie monitoren we de CO2-emissiedoelstellingen voor nieuwe personenauto's en bestelwagens, de status van brandstofkwaliteitsmonitoring en houden we gegevens bij over geluid, luchtkwaliteit, uitstoot van vervuilende stoffen door alle sectoren, broeikasgassen en nog veel meer.

Zo bouwen we mee aan de kennisbasis voor toekomstige acties.

Alfredo Sánchez Vicente

Interview gepubliceerd in nr. 2015/4 van de EEA Newsletter, december 2015.

Permalinks

Geographic coverage

Topics

Topics: