volgende
vorige
items

Article

Schonere lucht: goed voor de gezondheid én het klimaat

Taal wijzigen:
Article Gepubliceerd 29-01-2018 Laatst gewijzigd 11-05-2021
6 min read
Photo: © Afbeelding © Maria Cristina Campi, NATURE@work/EEA
Dankzij wetgeving, technologie en afnemend gebruik van ernstig vervuilende fossiele brandstoffen in veel landen is de luchtkwaliteit in Europa de afgelopen decennia verbeterd. Niettemin ondervinden nog steeds veel mensen, vooral in de steden, hinder van luchtverontreiniging. Door de complexe aard van het probleem vergt de aanpak van luchtverontreiniging gecoördineerde maatregelen op meerdere niveaus. Willen we de burgers hierbij betrekken, dan is het zaak hen tijdig en op toegankelijke wijze te informeren. Onze onlangs gepubliceerde luchtkwaliteitsindex levert hieraan een bijdrage. Een verbetering van de luchtkwaliteit is niet alleen goed voor onze gezondheid maar zou ook kunnen helpen bij de aanpak van klimaatverandering.

De Europese luchtkwaliteit sterk is verbeterd sind de jaren 1970 toen de Europese Unie en haar lidstaten voor het eerst beleid en maatregelen tegen luchtverontreiniging invoerden . De uitstoot van luchtverontreinigende stoffen uit de grootste bronnen, waaronder vervoer, industrie en opwekking van elektriciteit, is tegenwoordig aan regelgeving gebonden en neemt over het algemeen af, zij het niet altijd in mate nodig geacht. Hoge concentraties luchtverontreinigende stoffen hebben nog altijd significante effecten op de gezondheid van de Europese burgers, waarbij fijnstof en stikstofdioxide de grootste schade aanrichten.

Uit het nieuwste jaar rapport over de luchtkwaliteit van het Europees Milieuagentschap blijkt dat de meeste mensen in Europese steden nog altijd worden blootgesteld aan niveaus van luchtverontreiniging die de Wereldgezondheidsorganisatie schadelijk acht. Volgens de schattingen in het rapport, waren in 2014 de concentraties fijnstof verantwoordelijk voor ongeveer 428 000 vroegtijdige sterfgevallen in 41 Europese landen, waarvan ongeveer 399 000 in de EU-28.

Een slechte luchtkwaliteit heeft ook grote economische effecten in de vorm van, hogere medische kosten, verlaagde productiviteit van werknemers en schade aan bodem, gewassen, bossen, meren en rivieren. Bij luchtverontreiniging wordt vaak gedacht aan periodes met hoge luchtvervuiling, echter langdurige blootstelling aan lagere vervuilingsdoses is nog veel bedreigender voor de gezondheid en de natuur.

 

Verminderen van de luchtverontreiniging helpt bij de aanpak van de klimaatverandering

Kooldioxide is de belangrijkste veroorzaker van het broeikaseffect en de klimaatverandering, maar niet de enige. Veel andere gasvormige of deeltjesvormende verbindingen waarvan bekend is dat ze klimaatverandering veroorzaken, oefenen invloed uit op de hoeveelheid zonne-energie (inclusief warmte) die de aarde vasthoudt.

Methaan bijvoorbeeld is behalve een zeer krachtige broeikasgas ook een luchtverontreinigende stof die wordt uitgestoten bij landbouwactiviteiten, zoals veehouderijmaar ook bij de produktie en gebruik van fossiel brandstoffen en tijdens afvalverwerking. Ook fijnstof heeft een verontreinigende werking en is van invloed op zowel de klimaatverandering als de luchtkwaliteit. Fijnstof kan, afhankelijk van de samenstelling, een afkoelend of opwarmend effect op het lokale of mondiale klimaat veroorzaken. Roet(deeltjes) bijvoorbeeld, het resultaat van onvolledige verbranding van fossiele brandstoffen en een van de bestanddelen van fijnstof, absorbeert zonne- en infraroodstraling in de atmosfeer en heeft zodoende een opwarmend effect.  

De gezondheid en het klimaat zijn gebaat bij maatregelen om de uitstoot van klimaatveranderende stoffen met een korte levensduur, zoals roet, methaan, ozon of ozonvormende stoffen, terug te dringen. Broeikasgassen en luchtverontreinigende stoffen komen vaak uit dezelfde emissiebronnen. Beperking van de uitstoot van een van beide categorieën van stoffen kan daarom potentiële voordelen opleveren, zoals kostenbesparingen.

In het verleden hebben maatregelen die werden ingevoerd om klimaatverandering tegen te gaan, evenwel onbedoeld ongunstige effecten op de luchtkwaliteit gehad. Zo waren veel landen vroeger voorstander van dieselvoertuigen, terwijl uiteindelijk bleek dat die veel luchtverontreinigende stoffen uitstoten. Voorts heeft de steun voor verbranding van hernieuwbaar hout in sommige delen van Europa plaatselijk tot hoge niveaus van fijnstof in de lucht geleid. We moeten lering trekken uit deze voorbeelden en ervoor zorgen dat we de gevolgen van beleidsmaatregelen beter begrijpen en incalculeren.

De verbanden tussen de klimaatverandering en de luchtkwaliteit beperken zich niet tot broeikasgassen en luchtverontreinigende stoffen die door dezelfde bronnen worden uitgestoten in de lucht. Klimaatverandering kan ook de luchtkwaliteit doen verslechteren. In veel wereldregio's is de verwachting dat klimaatverandering een negatieve weerslag zal hebben op het plaatselijke weer, waaronder een toename in frequentie van hittegolven en periodes met stagnerende luchtcirculatie. Onder invloed van meer zonlicht,hogere temperaturen kunnen perioden van verhoogde ozonniveaus langer duren, maar kunnen ook de piekconcentraties ozon verder toenemen. Dat is bepaald geen goed nieuws voor delen van Europa die herhaaldelijk worden blootgesteld aan buitensporig veel ozon op leefniveau.

Samenhangende maatregelen van lokaal tot mondiaal

De luchtverontreiniging is niet overal hetzelfde. Verschillende verontreinigende stoffen worden door verschillende activiteiten de lucht in gestoten. Wegverkeer, landbouw, energiecentrales, industrie en huishoudens veroorzaken de meeste luchtverontreiniging in Europa. Eenmaal in de lucht kunnen verontreinigende stoffen transformeren in nieuwe verontreinigende stoffen, die zich vervolgens verder verspreiden. Beleid maken en uitvoeren om aan deze complexiteit het hoofd te bieden, is daardoor geen eenvoudige taak.

Gezien de verscheidenheid aan bronnen van uitstoot in termen van zowel geografische verspreiding als economische activiteit, moeten maatregelen op verschillende niveaus worden genomen, van lokaal tot internationaal. Internationale verdragen voor lagere emissies van luchtverontreinigende stoffen zullen gepaard moeten gaan met lokale maatregelen, zoals voorlichtingscampagnes, een verbod op ernstig vervuilende voertuigen in het stadsverkeer of besluiten inzake stedelijke bestemmingsplannen, omdat de vruchten van onze inspanningen anders niet ten volle geplukt zullen kunnen worden. Door de verscheidenheid van het probleem bestaat er geen pasklare oplossing tegen luchtverontreiniging. Om de blootstelling aan luchtverontreiniging en de schadelijke gevolgen ervan terug te dringen, moeten de autoriteiten in hun beleid rekening houden met lokale factoren, zoals bronnen van uitstoot, demografische aspecten, vervoersinfrastructuur en de plaatselijke economie.

Om de samenhang te verbeteren tussen de maatregelen die op lokaal, nationaal, Europees en mondiaal niveau worden genomen, heeft de Europese Commissie in november een aantal belanghebbenden vanuit heel Europa bij elkaar gebracht tijdens het Forum voor Schone Lucht (Clean Air Forum). Het Forum vond in Parijs plaats en richtte zich niet alleen op een verbetering van de luchtkwaliteit in steden, maar ook op de luchtverontreiniging afkomstig van de landbouw. Daarnaast lag het accent op innovatie en kansen voor het bedrijfsleven die met maatregelen voor een schone lucht verband houden.

Informatie is essentieel om blootstelling tot een minimum te beperken

Het Europees Milieuagentschap werkt samen met de lidstaten aan het verzamelen van vergelijkbare gegevens over de luchtkwaliteit in de tijd. Op basis van de verzamelde gegevens meten we de voortgang in beperking van blootstelling, analyseren we trends en zoeken we naar verbanden tussen bronnen zoals het wegverkeer en actuele metingen van de luchtkwaliteit.

Indien nodig kunnen gegevens van meetstations worden aangevuld met resultaten van satellietwaarnemingen. In het kader van het Copernicus-programma voor aardobservatie heeft de EU in oktober een nieuwe satelliet gelanceerd die op dit moment al beelden met luchtverontreiniging aanlevert. De informatie die dit oplevert, zal regelmatig worden gedeeld met beleidsmakers en publiek toegangelijk worden gemaakt. Het is belangrijk om op te merken dat het Agentschap zich alleen bezighoudt met de kwaliteit van de buitenlucht en niet met de kwaliteit van de binnenlucht die we thuis of op het werk inademen, die eveneens rechtstreeks van invloed is op onze gezondheid.

 

In het kader van onze inspanningen om de meest recente informatie te verstrekken, hebben wij in samenwerking met de Europese Commissie een nieuwe onlinedienst tot stand gebracht: de Europese luchtkwaliteitsindex. Deze index, die op het Forum voor Schone Lucht is gepresenteerd, biedt informatie over de actuele luchtkwaliteitssituatie, gebaseerd op metingen van meer dan 2 000 luchtmeetstations in heel Europa. Met deze index kunnen de burgers aan de hand van een interactieve plattegrond de luchtkwaliteit per station controleren. Dat gebeurt op basis van vijf belangrijke verontreinigende stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu, te weten fijnstof (zowel PM2.5 als PM10), ozon op leefniveau, stikstofdioxide en zwaveldioxide. Dankzij deze index kunnen we de informatie delen met iedereen in Europa die geïnteresseerd is in de aanpak van luchtverontreiniging. Iedereen kan bekijken hoe de luchtkwaliteit ter plekke is en voorzorgsmaatregelen treffen om de blootstelling aan verontreiniging te verminderen.

Informatie speelt een essentiële rol in de bestrijding van luchtverontreiniging en haar schadelijke gevolgen. Om de luchtkwaliteit te verbeteren en aan de langetermijndoelstellingen van de EU voor een koolstofarme economie te beantwoorden, moeten we ons evenwel richten op de emissies van alle economische sectoren en systemen, zoals mobiliteit, energie of voeding, en inzicht verwerven in productie- en consumptiepatronen die aan deze emissies ten grondslag liggen. Dat is de enige manier om vooruit te komen. Als kennispartner is het EEA er klaar voor om bij te dragen tot het verwezenlijken van deze langetermijndoelstellingen. 

 Hans Bruyninckx

Hans Bruyninckx

Uitvoerend directeur EEA

Redactioneel commentaar gepubliceerd in editie nr. 2017/4 van de EEA-nieuwsbrief van 15 december 2017

Permalinks

Geographic coverage

Temporal coverage