volgende
vorige
items

Article

Interview: Investeren in duurzaamheid

Taal wijzigen:
Article Gepubliceerd 22-05-2023 Laatst gewijzigd 29-08-2023
6 min read
De Europese Investeringsbank (EIB) is de grootste multilaterale financiële instelling ter wereld en een van de belangrijkste aanbieders van klimaatfinanciering in de vorm van subsidies, leningen en garanties. We spraken met Eva Mayerhofer, hoofddeskundige Biodiversiteit en Milieu bij de EIB, over de uitdagingen en kansen van het versneld doorvoeren van de groene transitie in Europa door middel van duurzame financiering.

Wat is de missie van de EIB?

De EIB is de financieringspoot van de EU. Zij bevordert duurzame groei binnen de EU, maar ook wereldwijd. Wij zetten ons actief in voor duurzame ontwikkeling. Dat is ook verankerd in onze statuten en ons beleid, bijvoorbeeld in het Klimaatbank Draaiboek en het kader voor ecologische en sociale duurzaamheid, en komt ook tot uiting in de manier waarop wij duurzame financiering hebben aangenomen als operationeel model voor al onze activiteiten.

Dan zijn er ook de grote mondiale beleidskaders die wij, binnen ons mandaat als een publieke bank, verwezenlijken, zoals de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering, en wat hopelijk het beleidskader voor biodiversiteit na 2020 zal worden.

 

En waar werkt u zelf aan bij de EIB?

Ik geef binnen het departement Milieu, Klimaat en Sociale Zaken leiding aan de eenheid Milieubeleid, en ik stuur de biodiversiteitsagenda voor de bank aan. Dit houdt in de praktijk in dat ik ervoor zorg dat we de juiste normen en vereisten hanteren om bij ons werk rekening te houden met milieurisico’s en om milieuoverwegingen te integreren in onze andere beleidsonderdelen.

We beoordelen al onze projecten vanuit sociaal, klimatologisch en milieugebonden perspectief. Wat mij betreft gaat het erom ervoor te zorgen dat onze activiteiten positief zijn voor de natuur. Dat betekent dat we de financiering voor het ondersteunen van biodiversiteit moeten opschalen, dat we de oorzaken van biodiversiteitsverlies moeten aanpakken, en uiteraard dat we moeten beginnen met het aanpakken van biodiversiteitsrisico’s vanuit een financieel perspectief.

 

Hoe kan de EIB de Unie helpen bij haar transitie naar duurzaamheid?

Als reactie op de Europese Green Deal bracht de EIB haar Klimaatbank Draaiboek uit, waarin we onze ambitieuze doelen voor klimaatactie en milieuduurzaamheid uiteenzetten. In dat draaiboek heeft de EIB-groep, waartoe onder meer het Europees Investeringsfonds behoort, ondersteuning toegezegd ten bedrage van 1 biljoen EUR aan investeringen in klimaatacties en milieuduurzaamheid in de periode van 2021 tot en met 2030.

Maar zelfs al vóór de Europese Green Deal, in 2019, deed de EIB een zeer belangrijke toezegging, namelijk om tegen 2025 het deel van haar financiering dat is bestemd voor klimaatactie en milieuduurzaamheid te verhogen tot ten minste 50%. Sinds begin 2021 zijn alle nieuwe activiteiten van de EIB-groep in lijn gebracht met de doelstellingen en beginselen van de Overeenkomst van Parijs.

Wat betreft milieuduurzaamheid ligt de rol van de EIB veelal in het ondersteunen van cliënten bij het aanpakken van bepaalde tekortkomingen van de markt, verkeerde stimulansen en een tekort aan investeringen. Daarbij kan de EIB maatstaven gebruiken die de positieve en negatieve effecten van hun projecten op de natuur weergeven.

 

Wat zijn op dit moment de grootste uitdagingen bij het investeren in duurzaamheid?

Ik denk dat dat de kwesties zijn die verband houden met regulering en marktomvang en -structuur, die vaak van invloed zijn op de financiële levensvatbaarheid van investeringen. Ook verschillen in normen tussen landen kunnen het lastiger maken om te investeren in duurzaamheid.

Een andere uitdaging voor de publieke sector, is het gebrek aan middelen om investeringen te ontwerpen of te implementeren. In sommige gevallen resulteert dit in een gebrekkige planning, met name in het geval van complexe investeringen. Een andere  investeringsbelemmering die we  vaststelden, is dat het vaak moeilijk is om bankwaardige projecten op te zetten in de milieusector, bijvoorbeeld in de circulaire economie of in natuurlijk kapitaal.

Een van de manieren waarop wij kunnen helpen om deze uitdagingen het hoofd te bieden, is door een projectmodel te hanteren waarin vele beleggers het risico delen. Ook de publieke sector kan een bijdrage leveren met subsidies, waardoor het risico van de investeringen verder wordt verkleind.

 

Waar ziet u de grootste kansen voor investeringen in duurzaamheid?

Als biodiversiteitsdeskundige ben ik heel blij dat de biodiversiteitsagenda naar hetzelfde niveau is getild als de klimaatagenda. Men erkent nu dat we onze duurzaamheidsdoelen niet zullen halen als we de achteruitgang van het milieu niet in zijn totaliteit aanpakken.

Ik denk dat deze erkenning een heroverweging en herschikking van onze financiering teweeg zal brengen. Mijn verwachting is dat zuiver natuurgerichte kapitaalprojecten zeldzaam zullen blijven. Maar met het toenemende aantal toezeggingen en verplichtingen, onder meer van de particuliere sector en centrale banken, zal men veel meer gaan investeren in de aanpak van zowel het verlies van biodiversiteit als de oorzaken daarvan. Dit kan de transitie naar een aanpak die rekening houdt met de natuur, bijvoorbeeld in de industrie en de productiesector, in een stroomversnelling brengen.

Tegelijkertijd denk ik dat de biodiversiteitsgemeenschap ook erkent dat wij alles niet alleen kunnen oplossen, maar dat we de vele kansen in, en synergieën met, de klimaatagenda moeten grijpen. Wanneer we ervoor zorgen dat die verbanden worden gelegd, kan dat leiden tot meer klimaatfinanciering met een positief effect voor de natuur.

Een ander aspect is dat financiering van biodiversiteit sterk verbonden is met de veerkracht van gemeenschappen, met hun levensonderhoud. Ik denk dat als we ook enkele sociale kwesties binnen en buiten de EU aanpakken, en ook de ongelijkheden, we een positievere impact zullen hebben op de biodiversiteit.

© Anna Sander, Well with Nature /EEA

 

Hoe meet u vooruitgang?

We kunnen geen impact hebben als we de resultaten niet goed meten. Met goede meetgewoonten komen we ook te weten of we op de juiste weg zijn en of we veranderingen moeten aanbrengen in het type activiteiten dat we financieren.

We hebben minimaal twee reeksen indicatoren nodig: één waarover landen verslag uitbrengen en één op projectniveau. We moeten de uitkomsten, resultaten en impact meten. Een uitkomst kan bijvoorbeeld de hoeveelheid land zijn die tot op een bepaald niveau is hersteld.

Wat de impact betreft werken wij samen met onze partners, waaronder het EEA, aan de ontwikkeling van meer geharmoniseerde indicatoren van vervuiling, biodiversiteit en andere ecologische aspecten, zodat we dezelfde definities en gegevens kunnen gebruiken. Deze consolidatie is dringend nodig, omdat de particuliere en de financiële sector veel proactiever worden met nieuwe initiatieven.

 

Wat doet de EIB om de duurzaamheid van haar eigen activiteiten te verbeteren?

Wij kunnen uiteraard onze impact maximaliseren door de duurzaamheid te garanderen van de financiering die we verstrekken. Maar de EIB is ook gecertificeerd volgens EMAS (het milieubeheer- en milieuauditsysteem van de EU), en we hebben een strategie ingevoerd voor het verbeteren van de duurzaamheid van onze manier van werken.

Binnen de EIB zelf hebben we grote inspanningen geleverd voor het verkleinen van onze CO2-voetafdruk. Reizen is daarbij de belangrijkste factor. Net als op veel andere plekken nam onze CO2-voetafdruk af tijdens de coronapandemie. Nu proberen we vast te houden aan een aantal van de goede praktijken die we in die periode hebben geleerd, zoals onlinevergaderingen.

Toch blijft het in veel gevallen nodig om bijvoorbeeld projectlocaties te bezoeken, met name buiten de EU, om ons toezicht op de juiste manier uit te oefenen en contacten te onderhouden met de betrokken gemeenschappen. We hebben geëxperimenteerd met het gebruik van satellietbeelden en virtuele rondleidingen, maar het blijft moeilijk om volledig op afstand toezicht uit te oefenen.

In ons kantoorgebouw hebben we dan bijvoorbeeld weer moeten kijken naar het verbruik van energie, papier en water. Ik denk dat het op dat punt essentieel is om het bewustzijn onder de medewerkers te versterken. Steeds meer collega’s komen met de fiets naar het werk of met het openbaar vervoer, dat gratis is in Luxemburg.

 

Wat kunnen Europese burgers doen om de doelstellingen van de EIB te ondersteunen?

Burgers zouden ons altijd verantwoordelijk moeten houden voor onze doelstellingen, ons beleid en onze werkzaamheden, bijvoorbeeld via het Europees Parlement of maatschappelijke organisaties waarmee de EIB een constructieve dialoog voert over een groot aantal onderwerpen.

Maar wat wellicht nog belangrijker is, is de betrokkenheid van burgers op lokaal en nationaal niveau. De financiering van de EIB wordt immers gestuurd door de vraag naar nieuwe projecten en initiatieven. Wanneer die vraag toeneemt, moeten we in overleg treden met nationale overheden om te waarborgen dat zij een gunstig klimaat scheppen, zodat de EIB de particuliere en publieke sectoren kan ondersteunen bij het uitvoeren van de Europese Green Deal.

Over het geheel genomen vind ik dat burgers meer van zich zouden moeten laten horen en meer betrokkenheid zouden moeten tonen. We vestigen onze hoop op de jongere generaties, dus het is van belang dat zij actief en betrokken zijn, en dat ze hun stem uitbrengen.

 

Eva Mayerhofer

Hoofddeskundige Biodiversiteit en Milieu bij de Europese Investeringsbank

Permalinks

Geographic coverage

Temporal coverage

Tags

gearchiveerd onder:
gearchiveerd onder: signals, signals 2022
Documentacties