All official European Union website addresses are in the europa.eu domain.
See all EU institutions and bodiesDoe iets voor onze planeet, print deze pagina alleen als dat nodig is. Zelfs een kleine actie kan een enorm verschil maken als miljoenen mensen dat doen!
Article
Nog maar enkele generaties geleden bleven veel mensen hun hele leven in hun lokale gemeenschap. Ze reisden niet noodzakelijkerwijs veel kilometers weg van hun geboorteplaats, en de meeste dingen die zij nodig hadden – voedsel, kleding, bouwmaterialen – kwamen uit hun directe omgeving.
In moderne samenlevingen zijn productie- en consumptiesystemen afhankelijk van vervoer. Mensen verwachten dat zij zich kunnen verplaatsen voor hun werk en om onderwijs te volgen. Ze gaan op bezoek bij familie in andere steden en reizen voor vakantie naar andere landen. De energieprijzen, de afhankelijkheid van de invoer van fossiele brandstoffen en de bezorgdheid over de klimaat- en biodiversiteitscrises zijn echter meer dan voldoende reden om ons mobiliteitssysteem te heroverwegen.
De EU heeft de ambitieuze doelstelling geformuleerd om de uitstoot van broeikasgassen door vervoer tegen 2050 met 90 % te verminderen ten opzichte van 1990. Tot dusver is het echter moeilijk gebleken om vooruitgang te boeken. Uit gegevens van het EMA gegevens van het EEA blijkt dat vervoer de enige grote economische sector in de EU is waar de uitstoot van broeikasgassen de afgelopen dertig jaar is toegenomen.
Vervoer is over het algemeen efficiënter geworden. De meeste auto’s, vrachtwagens, schepen en vliegtuigen stoten minder koolstofdioxide per kilometer uit dan in het verleden. Hun motoren zijn zuiniger en rijden gedeeltelijk op biobrandstoffen. Dit is echter onvoldoende om de toename van de transportvolumes te compenseren. We rijden meer kilometers, vervoeren meer goederen en vliegen meer voor zakenreizen en vakanties. Dit is de belangrijkste oorzaak van de toename van de totale uitstoot van het vervoer in Europa.
Op dit moment is ongeveer een kwart van de totale uitstoot van broeikasgassen in de EU toe te schrijven aan vervoer. Van deze uitstoot is bijna driekwart afkomstig van het wegvervoer en meer dan de helft van de uitstoot van het wegvervoer is afkomstig van personenauto’s. De burgerluchtvaart is verantwoordelijk voor ongeveer 13 % van de uitstoot van broeikasgassen in de vervoerssector in de EU, maar deze emissies nemen snel toe en zijn sinds 1990 al meer dan verdubbeld.
Volgens de analyse van het EEA zal met de bestaande beleidsmaatregelen, de uitstoot door het vervoer in Europa naar verwachting afnemen , maar niet voldoende om in 2050 de algemene doelstelling van de EU inzake klimaatneutraliteit te bereiken.
Bron: EEA-verslag over vervoer en milieu van 2021.
Broeikasgasemissies zijn niet het enige duurzaamheidsprobleem dat vervoer met zich meebrengt. Luchtverontreiniging en geluidshinder zijn schadelijk voor de gezondheid van mensen en voor de natuur. Daarnaast vergen de toenemende vervoersvolumes veel infrastructuur – wegen, parkeerplaatsen, havens, kanalen, luchthavens.
Uitbreiding van stedelijke gebieden en vervoersnetwerken versnipperen natuurlijke habitats in kleinere stukken. Dit vermindert de veerkracht van het ecosysteem en maakt het voor wilde dieren moeilijker zich te verplaatsen. Zo kan het gebeuren dat dieren worden aangereden door auto’s of niet in staat zijn voedsel of water te vinden, of een partner om mee te paren. Volgens een EMA-indicator EEA-indicator worden zelfs dunbevolkte delen van Europa getroffen door landschapsversnippering.
Het martitiemvervoer zorgt voor veel cumulatieve druk op de zeeën in de Europese regio. Het recente gezamenlijke verslag van het EMA met het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid gezamenlijke verslag van het EEA met het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid was de eerste belangrijke beoordeling van de duurzaamheid van deze sector. In het verslag wordt dedec scheepvaart aangewezen als een belangrijke factor voor de introductie van niet-inheemse soorten, en een belangrijke bron van onderwatergeluid en uitstoot van broeikasgassen en luchtverontreinigende stoffen.
Het aandeel van hernieuwbare bronnen in de energievoorziening voor het vervoer in de EU bedroeg in 2020 10,2 %. Daarmee werd het voor dat jaar gestelde doel van 10 % gehaald. Een deel van deze energie was afkomstig van biobrandstoffen die een rol spelen bij een ander EU-doel, namelijk de vermindering van de broeikasgasintensiteit van brandstoffen die voor het wegvervoer worden verkocht.
Biobrandstoffen kunnen een sleutelrol spelen bij het koolstofvrij maken van het vervoer. Het is echter belangrijk ervoor te zorgen dat de toenemende vraag naar biobrandstoffen de productie van voedsel en diervoeders niet in gevaar brengt of vermijdt dat land dat een koolstofput of -voorraad vormt – zoals bossen en moerasgebieden – worden omgevormd tot een bron van emissies.
De voorgestelde herziening van de EU-richtlijn hernieuwbare energie bevordert de duurzaamheidscriteria van bio-energie.
De uitrol van nieuwe en efficiëntere technologie zal naar verwachting een sleutelrol spelen bij het koolstofvrij maken van het passagiers- en goederenvervoer. Hiertoe behoort de vergroting van het aandeel van elektrische voertuigen in combinatie met een verdere verschuiving in de richting van hernieuwbare bronnen voor de productie van elektriciteit en brandstoffen.
De duurzaamheidsuitdagingen van de Europese vervoerssector kunnen echter niet worden opgelost door efficiëntere voertuigen alleen. Uit de recente beoordeling van het EEA recente beoordeling van het EMA blijkt dat in het wegvervoer vollere beladingen en een hogere bezettingsgraad nodig zijn, bijvoorbeeld door middel van carpooling. Verder moet de groei van de vraag naar vervoer worden teruggedrongen en moet worden overgeschakeld op groenere vervoerswijzen: lopen, fietsen, bussen, treinen en binnenvaart. Belangrijk is dat de prijs van het vervoer volledig de kosten voor het milieu, het klimaat en de gezondheid van de mensen weerspiegelt.
Met name steden kunnen veel winst boeken door te investeren in betere mogelijkheden voor openbaar vervoer, fietsen en lopen. Met die maatregelen kunnen zij het verkeer in stadscentra versnellen, de lokale luchtkwaliteit verbeteren en de uitstoot van broeikasgassen verminderen.
Het gebruik van minder auto’s kan het ook mogelijk maken om delen van wegen of parkeerplaatsen om te vormen tot groene zones waar mensen van kunnen genieten en die de ergste gevolgen van hittegolven en zware regenval helpen verminderen. Dit alles draagt bij aan de verbetering van de gezondheid en het welzijn van mensen en kan zelfs de biodiversiteit in stedelijke gebieden ondersteunen. Ook kan een betere stadsplanning de behoefte aan vervoer verminderen.
©Laszlo Ligeti, My City /EEA
Europa streeft er naar, in het kader van zijn strategie voor duurzame en slimme mobiliteit , zijn hogesnelheidstreinverkeer te verdubbelen. Dit zou een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de vermindering van uitstoot en andere negatieve effecten van het Europese vervoer. Uit een recente beoordeling van het EEA recente beoordeling van het EMA blijkt dat reizen met de trein, in vergelijking met vliegverkeer, duidelijk de milieuvriendelijkste vervoerswijze is als men reist tussen veel Europese steden. En dat autorijden op benzine of diesel , nog schadelijker kan zijn dan vliegen, vooarl wanneer jealleen reist.
Voor nieuwe auto’s en bestelwagens worden in het “Fit-for-55”-pakket strengere emissiegrenswaarden voorgesteld, waarbij vanaf 2035 alleen emissievrije voertuigen mogen worden geregistreerd, alsmede verbeteringen van de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen. Het pakket omvat ook de initiatieven ReFuelEU Luchtvaart en FuelEU Zeevaart, die tot doel hebben de emissies van vliegtuigen en schepen te verminderen en het emissiehandelssysteem van de EU uit te breiden naar zee- en luchtvervoer.
Bron: EEA-verslag over vervoer en milieu van 2020.
NB: Bezettingsgraden: luchtvaart – 80 %; hogesnelheidstreinen – 66 %; intercityverbindingen – (IC) 36 %. De grijze balken geven de onzekerheid weer voor de niet-CO2-gerelateerde klimaatkosten van de luchtvaart op basis van Cox, B., en Althaus, H.-J. (2019), How to include non-CO2 climate change contributions of air travel at ETH Zurich, studie namens het Mobility Platform van ETH Zürich, INFRAS, Bern, Zwitserland.
Het mobiliteitssysteem is een van de belangrijkste maatschappelijke systemen die onze huidige levenswijze bepalen. Maar het is ook een systeem dat in de huidige situatie afhankelijk is van fossiele brandstoffen en dat schadelijk is voor onze gezondheid, het milieu en het klimaat.
De coronacrisis heeft veel mensen nieuwe manieren van werken geleerd of zelfs laten zien dat ze vakanties heel goed dichter bij huis kunnen doorbrengen. Sociaal gezien hebben we nog steeds persoonlijke interacties nodig, maar velen vragen zich nu af of het de moeite waard is om naar een andere stad of een ander land te reizen om een korte vergadering bij te wonen.
Het verminderde verkeer in steden tijdens COVID-19 heeft ook duidelijke voordelen voor de lokale luchtkwaliteit opgeleverd. De geluidsniveaus daalden en er waren veel verhalen over in het wild levende dieren die zich anders gingen gedragen wanneer ze niet werden verstoord door menselijke activiteiten.
Op dit moment zorgen de hoge energieprijzen ervoor dat mensen hun mobiliteitsgewoonten onder de loep nemen. Minder belangrijke verplaatsingen moeten misschien wachten. De stimulansen om gebruik te maken van carpooling, lopen, fietsen, openbaar vervoer en zuinigere voertuigen zijn duidelijker. Het koolstofvrij maken van het Europese mobiliteitssysteem vereist investeringen in duurzaamheid oplange termijn die ten volle rekening houden met de negatieve effecten van vervoer en veranderingen in onze gewoonten.
For references, please go to https://www.eea.europa.eu/nl/ema-signalen/signalen-2022/artikelen/hoog-tijd-om-de-mobiliteitssector or scan the QR code.
PDF generated on 11-12-2024 19:05
Engineered by: EEA-webteam
Software updated on 26 September 2023 08:13 from version 23.8.18
Software version: EEA Plone KGS 23.9.14
Documentacties
Delen met anderen