volgende
vorige
items

Press Release

Milieusignalen: Uitdaging aan Europees beleid voor duurzame ontwikkeling

Taal wijzigen:
Press Release Gepubliceerd 29-05-2001 Laatst gewijzigd 28-06-2016
Als Europa zijn doelen op het gebied van milieu en van duurzame ontwikkeling wil halen, is effectiever beleid nodig voor het beïnvloeden van schaalvergroting en productie- en consumptiepatronen.

PERSBERICHT

Kopenhagen, 29 mei 2001

Milieusignalen: Uitdaging aan Europees beleid voor duurzame ontwikkeling

Als Europa zijn doelen op het gebied van milieu en van duurzame ontwikkeling wil halen, is effectiever beleid nodig voor het beïnvloeden van schaalvergroting en productie- en consumptiepatronen.

Dit is de centrale boodschap van het rapport Milieusignalen 2001, dat vandaag door het Europees Milieuagentschap (EMA) wordt uitgebracht.

"Het rapport laat helaas zien dat de milieuproblemen die het moeilijkst zijn op te lossen, waaronder de uitstoot van broeikasgassen, de belasting van natuurlijke hulpbronnen (grond en water), nitraatvervuiling en afvalproductie, nog altijd bestaan", zei Domingo Jiménez-Beltrán, directeur van het EEA.

"Deze problemen vloeien voort uit de schaal waarop we natuurlijke hulpbronnen verbruiken. Als wij de doelen op het gebied van milieu en duurzaamheid, zoals voorgesteld in het zesde Milieuactieprogramma van de EU, willen bereiken, dan moet efficiënter gebruik worden gemaakt van materialen en energie."

"Dit vereist verdere acties om de aard en omvang van productie en consumptie in de verschillende economische sectoren te beïnvloeden. Belastingheffing is een belangrijk instrument voor het controleren van de vraag, maar het moet dynamisch worden toegepast, omdat financiele stimulansen minder effectief worden als inkomens stijgen."

Milieusignalen 2001 geeft een momentopname van de voornaamste belasting van het milieu in de 18 lidstaten van het EEA, van de oorzaken daarvan, en vooral van de complexe verbanden tussen menselijke activiteiten en de toestand van het milieu.

Het rapport, dat zowel voor beleidsmakers als voor het algemene publiek is bedoeld, vormt een belangrijke bron van informatie voor de top van Göteborg (15 -16 juni), waar EU-leiders de balans gaan opmaken van hun voornemens om milieubescherming te integreren in negen economische sectoren en, naar verwachting, de allereerste EU-strategie voor duurzame ontwikkeling zullen aannemen.

Het jaarlijks verschijnende rapport Milieusignalen gebruikt socio-economische en milieu-indicatoren om de vooruitgang te laten zien bij de tenuitvoerlegging van milieubeleid en bij het integreren van milieu-overwegingen op andere beleidsterreinen. Dergelijke indicatoren zorgen voor transparantie bij het vaststellen van beleid, vormen een basis voor het nauwkeurig afstemmen en optimaliseren van de efficiëntie van het beleid, en maken het mogelijk beleidsmakers verantwoordelijk te stellen voor de mate van vooruitgang.

De vorig jaar gelanceerde serie Milieusignalen ontwikkelt zich momenteel tot de belangrijkste op indicatoren gebaseerde reeks rapporten over de duurzaamheid van het milieu in Europa, en zal een belangrijke controlerende functie hebben ten aanzien van het zesde Milieuactieprogramma (6EAP).

De rapporten signaleren zowel positieve ontwikkelingen als negatieve trends en concentreren zich op een beperkt aantal sectoren en vraagstukken. Het is niet de bedoeling dat zij even uitvoerig zijn als de vijfjaarlijkse rapporten van het EEA over de toestand van het milieu.

De huidige editie van Milieusignalen neemt - voor de eerste keer - de milieueffecten van huishoudens/consumptie en toerisme onder de loep, en kijkt tevens naar de belangrijke sectoren vervoer, energie en landbouw.

Er is voor het eerst aandacht voor de kwaliteit van rivierwater, gevaarlijke stoffen in zee, bodemvervuiling en graslanden, en er zijn gedetailleerde aanvullende gegevens over klimaatverandering, luchtvervuiling en afval.

Het rapport komt onder meer tot de volgende bevindingen:

  • instroom van zes zware metalen en organische stoffen in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan nam significant af tussen 1990 en 1998
  • EU-emissies van de zes broeikasgassen genoemd in het Kyoto Protocol daalde tussen 1990 en 1998 met 2% (en vervolggegevens geven een daling van 4% in 1999 aan, terwijl emissies van de VS stegen met 11% over dezelfde periode)
  • afvalproductie neemt nog steeds toe, en blijft nauw verbonden aan economische groei
  • de vraag naar brandstof voor vervoer groeit sneller dan de algehele energievraag
  • in de periode tussen 1990 en 1998 heeft de aanleg van snelwegen ongeveer 10 hectaren land per dag opgeeist
  • elektriciteit uit vernieuwbare bronnen nam ongeveer 3% per jaar toe tussen 1989 en 1998, maar om het voorgestelde doel van de EU voor 2010 te halen zou de jaarlijkse toename 5,5% moeten zijn
  • milieukeuring van toeristenaccommodaties is significant toegenomen sinds 1990, maar blijft marginaal.

Milieusignalen 2001 komt ook tot de slotsom dat "eco-efficientie" - de efficientie waarmee natuurlijke hulpbronnen worden gebruikt om een eenheid economische activiteit te produceren - sinds 1990 is toegenomen in de sectoren vervoer, energievoorziening en landbouw.

Dit heeft in deze sectoren geleid tot een daling van de uitstoot van verzurende stoffen en van stoffen die ozon op leefniveau veroorzaken. De toename in energie-efficiëntie wordt echter overschaduwd door de groei in deze sectoren.

Naar aanleiding van het besluit van de Europese Raad van maart dit jaar te Stockholm om zich tijdens de jaarlijkse voorjaarstop van de EU te buigen over vooruitgang in alle aspecten van duurzame ontwikkeling, heeft het EEA besloten om de inhoud en de verschijningsdata van komende edities van Milieusignalen zo te kiezen, dat zij zo efficiënt mogelijk aan dat proces kunnen bijdragen.

De volledige tekst van Milieusignalen 2001 is te vinden op de website van het EEA: http://reports.eea.europa.eu/signals-2001/index_html

Over het EEA

Het Europees Milieuagentschap heeft tot doel duurzame ontwikkeling te ondersteunen en bij te dragen tot het bewerkstelligen van significante, meetbare verbeteringen van het milieu in Europa door het verstrekken van tijdige, doelgerichte, relevante en betrouwbare informatie aan beleidsmakers en het algemene publiek. Het Agentschap, dat in 1990 door de Europese Unie (EU) werd opgericht bij Verordening nr. 1210/90 van de Raad (vervolgens gewijzigd bij Verordening nr. 933/1999 van de Raad), vormt de kern van het Europees Milieuobservatie- en informatienetwerk (EIONET), een netwerk van zo'n 600 milieuinstanties en -instituten overal in Europa.

Het EEA, gevestigd in Kopenhagen en sinds 1994 operationeel, houdt de deur open voor alle landen die zich in diens doelstellingen kunnen vinden en in staat zijn deel te nemen aan diens activiteiten. Momenteel zijn er 18 staten lid van het EEA - de 15 lidstaten van de EU plus IJsland, Noorwegen en Liechtenstein (de leden van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA)). Naar verwachting zullen de 13 landen in Midden- en Oost-Europa en het gebied rond de Middellandse Zee die om toetreding tot de EU hebben verzocht in de komende maanden lid worden van het EEA, waarmee het Agentschap de eerste EU-instantie zal worden die deze landen verwelkomt.



Permalinks

Topics

Documentacties