volgende
vorige
items

Article

Een toekomst op basis van hernieuwbare energie

Taal wijzigen:
Article Gepubliceerd 22-05-2023 Laatst gewijzigd 29-08-2023
8 min read
Hernieuwbare energiebronnen, zoals wind- en zonne-energie, lijken een voor de hand liggende weg voorwaarts in de situatie van klimaatverandering, sterk stijgende energieprijzen en zorgen over de leveringszekerheid. Wat zou er nodig zijn om het bestaande Europese energiesysteem om te vormen tot een systeem dat gebaseerd is op hernieuwbare bronnen?

 

Het afgelopen jaar stonden in de hele wereld de kranten vol met berichten over de oorlog in Oekraïne en de gevolgen daarvan voor de energievoorziening, zowel mondiaal als op EU-niveau, en over de steeds ernstiger effecten van de klimaatverandering. We hebben gelezen over de instabiliteit van de mondiale energieprijzen, de bezorgdheid over energietekorten in de winter en de recorddroogtes die de landbouwproductie troffen in een tijd waarin de voedselprijzen al stegen.

Deze problemen staan niet los van elkaar. Als we fossiele brandstoffen zouden kunnen vervangen door een overvloedige hoeveelheid hernieuwbare energie, zouden de energieprijzen naar beneden gaan , zou de uitstoot verminderen en zouden we de toekomstige risico’s van klimaatverandering, waaronder de gevolgen voor de voedselproductie, beperken.

 

Afstand nemen van het fossiele verleden

Fossiele brandstoffen, zoals olie, gas en steenkool, worden gevormd door de afbraak van planten en dierlijke residuen die gedurende miljoenen jaren in de aardkorst en de lagen ervan zijn getransformeerd naar hun huidige vorm. Fossiele brandstoffen bevatten chemische energie, die bij verbranding samen met verschillende verontreinigende stoffen vrijkomt.

In tegenstelling tot elektriciteit, die kan worden opgewekt uit hernieuwbare bronnen, zoals zonne- en windenergie, maar die vrij moeilijk op te slaan is, zijn fossiele brandstoffen gemakkelijk op te slaan en naar eindgebruikers te vervoeren. De energie-infrastructuur en -technologie die sinds de industriële revolutie zijn ontwikkeld, zijn grotendeels gebaseerd op het gebruik van fossiele brandstoffen.

De afgelopen jaren zijn in het EU-beleid ambitieuze doelstellingen geformuleerd om de overgang naar duurzame energie te versnellen. En deze beginnen al hun vruchten af te werpen: hernieuwbare energiebronnen voorzien voor een steeds groter deel in de energiebehoeften van Europa.

In 2021 was meer dan 22 % van het bruto-eindverbruik van energie in de EU afkomstig uit hernieuwbare energiebronnen. Het aandeel van hernieuwbare energie in de energiemix varieert echter aanzienlijk binnen de EU: in Zweden bedraagt het rond 60 %; in Denemarken, Estland, Finland en Letland meer dan 40 %, en in België, Hongarije, Ierland, Luxemburg, Malta en Nederland tussen 10 % en 15 %.

 

Infographic: Elektriciteit uit hernieuwbare bronnen

Elektriciteit uit hernieuwbare bronnen

Volgens gegevens van Eurostat waren wind- en waterkracht samen goed voor meer dan twee derde van de totale elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (respectievelijk 36 % en 33 %) in de EU in 2020. Zonne-energie (14 %), vaste biobrandstoffen (8 %) en andere hernieuwbare bronnen (8 %) vormden de rest.

Bron: Eurostat.

 

Een eindeloos potentieel voor hernieuwbare energie, maar ...

 

Natuurlijke bronnen – zoals zon, wind, getijden en geothermische bronnen – kunnen veel meer energie genereren dan de wereld op dit moment nodig heeft. We kunnen dit potentieel op dit moment echter nog niet volledig benutten. Een van de uitdagingen is om voldoende capaciteit op te bouwen om de energie van bijvoorbeeld zonlicht of wind op te vangen en om te zetten in een bruikbare vorm, zoals elektriciteit. Een ander vraagstuk bestaat in het transport van de energie naar de plek waar deze nodig is of de opslag ervan voor later gebruik.

Een toekomstig energiesysteem moet veerkrachtig zijn en moet kunnen worden aangepast aan de onvermijdelijke gevolgen van de klimaatverandering, zoals droogte, hittegolven en stormen. Nu het aandeel van wind- en zonne-energie toeneemt, moet het systeem ook flexibel genoeg zijn om goed te functioneren, zelfs wanneer er geen wind is of de zon niet schijnt.

Een flexibel elektriciteitssysteem kan zorgen voor een constante energielevering en pieken in de vraag verminderen. Naast diversificatie van energiebronnen zijn er ook mogelijkheden om het systeem te verbeteren, bijvoorbeeld door de energieopslag te verbeteren, de sectoren verwarming, vervoer en industrie slim te integreren, of door pieken in de vraag aan te pakken met dynamische prijsstelling of slimme netwerken en apparaten.

 

Infographic: Hoeveel van de energie in de EU komt uit hernieuwbare bronnen?

Bron: EEA-portaal Klimaat en Energie in de EU.

 

Wind- en zonne-energieprojecten in heel Europa

Veel recente projecten in Europa beginnen het enorme potentieel van hernieuwbare energie aan te tonen. In augustus 2022 zette Iberdrola in Spanje de grootste zonne-energiecentrale in Europa met ongeveer 1,5 miljoen zonnepanelen en een capaciteit van 590 megawatt, die voldoende elektriciteit zal produceren voor meer dan 330 000 huishoudens.

De 49 windturbines in het Deense offshorewindpark Horns Reef 3 hebben een totale capaciteit van 407 megawatt en voorzien naar schatting in het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van ongeveer 425 000 Deense huishoudens.

Portugal installeert momenteel het grootste drijvende zonnepark in Europa op het Alqueva-reservoir; het bestaat uit 12 000 zonnepanelen. In april heeft Griekenland een zonnepark met bifaciale panelen geopend met een capaciteit van 204 megawatt; de panelen van dit park kunnen aan beide zijden zonne-energie opvangen.

Het REPowerEU-plan om de transitie naar hernieuwbare energie te versnellen en de afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen te verminderen, heeft tot doel dit soort projecten te stimuleren. De EU-strategie voor zonne-energie moet leiden tot een verdubbeling van de capaciteit voor zonne-energie tegen 2025, en het Europese initiatief voor zonnepanelen op daken is erop gericht een verplichting in te voeren om zonnepanelen te installeren op grotere openbare en commerciële gebouwen en geleidelijk ook op nieuwe woongebouwen. Ook moet het proces van het verkrijgen van vergunningen voor grote projecten op het gebied van hernieuwbare energie worden versneld.

 

Hoe zit het met het net? En de opslag?

Productiecapaciteit is niet de enige uitdaging bij de transitie naar hernieuwbare energiebronnen. Energiecentrales moeten worden aangesloten op een net dat de groeiende productiecapaciteit aankan en de grotere hoeveelheid energie naar eindgebruikers kan brengen.

Om een betrouwbare stroomvoorziening te waarborgen, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen en de kosten van het transport van elektriciteit te verlagen, hebben sommige regio’s bijvoorbeeld huiseigenaren of bedrijven aangemoedigd om producent-consument – prosument – te worden. Dit zijn mensen die elektriciteit opwekken met zonnepanelen, een deel daarvan verbruiken en het overtollige vermogen aan het net terugleveren.

In een onlangs gepubliceerd EMA-verslag wordt vastgesteld dat Europese prosumenten al tal van mogelijkheden hebben die zowel voor hun eigen huishouden als voor de samenleving voordelen kunnen opleveren. Door te investeren in energieproductie of -opslag kunnen prosumenten op hun eigen energiekosten besparen, de energietransitie in Europa versnellen en de uitstoot van broeikasgassen verminderen. Bovendien zullen deze mogelijkheden de komende jaren naar verwachting met de komst van betere en goedkopere technologie en met nieuw beleid toenemen.

Veel elektriciteitsleveranciers zijn ook begonnen huishoudens aan te moedigen hun energieverbruik aan te passen aan de productieniveaus. Dit is mogelijk met een dynamische prijsstelling die afhankelijk is van het tijdstip van de dag en van uur tot uur varieert. Op momenten van overproductie kunnen consumenten bijna gratis elektriciteit krijgen, die ze bijvoorbeeld kunnen gebruiken om hun elektrische auto op te laden.

 

Schone energie in een circulaire economie

De productie van meer zonnepanelen of windturbines roept ook enkele moeilijke vragen op: kunnen we voldoende van de mineralen krijgen die in zonnepanelen of windturbines worden gebruikt? Waar kunnen we windmolenparken aanleggen? Welke gevolgen hebben deze energiecentrales voor in het wild levende dieren? En hoe zorgen we ervoor dat de hulpbronnen, zoals zeldzame aardmineralen, die bij de productie ervan worden gebruikt, beschikbaar blijven?

Uit de analyse van het EMA blijkt dat de toename van hernieuwbare energiebronnen de wereldwijde milieu- en klimaatdruk in veel opzichten heeft verminderd en dat gerichte acties kunnen helpen om bepaalde schadelijke effecten, zoals ecotoxiciteit in zoetwater en landgebruik, tot een minimum te beperken. Nu het aantal projecten op het gebied van hernieuwbare energie toeneemt, wordt het van essentieel belang dat we de gevolgen voor habitats en ecosystemen beoordelen.

Het Energy and Industry Geography Lab, dat is ontwikkeld door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie, is een nieuw instrument om een aantal van deze problemen aan te pakken. Het Lab kan worden gebruikt om de meest geschikte gebieden voor wind- en zonne-energieprojecten aan te wijzen, bijvoorbeeld locaties buiten beschermde gebieden of bekende vogeltrekroutes.

Om de schone elektriciteitsvoorziening te stimuleren, moet de opwekkingscapaciteit worden vergroot en moet de infrastructuur worden aangepast. Dit betekent meer zonnepanelen en meer windturbines aan de aanbodzijde, evenals een beter verbonden slim netwerk en – dit is cruciaal – slimme gebruikers die aandacht hebben voor energie-efficiëntie. Welke beslissingen we ook nemen, we moeten rekening houden met deze duurzaamheidsoverwegingen voor de lange termijn.

 

Tekstvak: Zorgen dat niemand wordt achtergelaten

Europa heeft een snelle en fundamentele verandering van zijn productie- en consumptiesystemen nodig. Deze transitie naar duurzaamheid heeft niet voor iedereen dezelfde gevolgen. Het is daarom van cruciaal belang dat we zorgen dat de transitie eerlijk verloopt en dat de meest kwetsbaren niet aan hun lot worden overgelaten.

Uit een EMA-analyse blijkt dat de meest kwetsbare burgers van Europa onevenredig zwaar worden getroffen door luchtverontreiniging, geluidshinder en extreme temperaturen. Volgens een andere studie van het EMA over “rechtvaardige veerkracht”  worden kwetsbare groepen, zoals ouderen, kinderen, lage-inkomensgroepen en mensen met gezondheidsproblemen of handicaps, het zwaarst getroffen door de klimaatverandering. Daarnaast kunnen aanpassingen aan het klimaat bestaande ongelijkheden verergeren en zelfs nieuwe ongelijkheden creëren.

Europa moet zijn energie-efficiëntie verbeteren en zijn afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen. Niet alle Europeanen hebben echter dezelfde mogelijkheden om warmtepompen te installeren, hun huizen te renoveren of nieuwe elektrische auto’s te kopen. In afgelegen gebieden is het openbaar vervoer vaak schaars. Energiearmoede kan betekenen dat mensen niet in staat zijn om in de winter warm te blijven.

De EMA laat duidelijk zien dat om te voorkomen dat de meest kwetsbare groepen aan hun lot worden overgelaten, maatregelen nodig zijn die specifiek ten goede komen aan die groepen. Zo kunnen investeringen in groene ruimten worden gedaan op locaties die daar het meest behoefte aan hebben tijdens hittegolven of voor bescherming tegen overstromingen. Bovendien mogen de meest kwetsbaren niet onevenredig zwaar worden getroffen door de lasten van de aanpassing aan de klimaatverandering.

Het EU-mechanisme voor een rechtvaardige transitie is bedoeld om in de periode 2021-2027 in de zwaarst getroffen regio’s ongeveer 55 miljard EUR beschikbaar te stellen om de sociaal-economische gevolgen van de in de Europese Green Deal beschreven duurzaamheidstransitie te verzachten.

Het voorgestelde Sociaal Klimaatfonds van de EU heeft tot doel de sociale gevolgen van de uitbreiding van de emissiehandel naar de bouwsector en het wegvervoer aan te pakken. Het fonds zou rechtstreekse steun verstrekken aan kwetsbare huishoudens en steun verlenen voor investeringen die de emissies in die twee sectoren verminderen.

Uiteindelijk gaat de transitie van Europa naar duurzaamheid ook over intergenerationele rechtvaardigheid of billijkheid tussen de huidige en toekomstige generaties. De maatregelen die nu worden genomen verbeteren de langetermijnvooruitzichten voor de economie, het milieu, het klimaat en de sociale cohesie in Europa, en zijn daarmee gericht op een betere toekomst voor de komende generaties. Deze intergenerationele verantwoordelijkheid is ook een leidend beginsel van het achtste milieuactieprogramma van de EU.

Permalinks

Geographic coverage

Temporal coverage

Tags

gearchiveerd onder:
gearchiveerd onder: signals, signals 2022
Documentacties