All official European Union website addresses are in the europa.eu domain.
See all EU institutions and bodiesDoe iets voor onze planeet, print deze pagina alleen als dat nodig is. Zelfs een kleine actie kan een enorm verschil maken als miljoenen mensen dat doen!
Article
In de loop van de geschiedenis hebben mensen zich altijd in de nabijheid van rivieren, meren en kustlijnen gevestigd. Rivieren en stromen voerde schoon water aan en voerden afval af. Naarmate menselijke nederzettingen toenamen, nam ook het gebruik van schoon water en de lozing van verontreinigd water toe. Vanaf de achttiende eeuw kwamen in de Europese waterlichamen ook van de industrie afkomstige verontreinigende stoffen terecht.
Met rioleringssystemen, afvalwaterzuiveringsinstallaties en de regulering van verontreinigende stoffen uit de industrie en de landbouw heeft Europa een lange weg afgelegd in zijn streven de emissies in waterlichamen terug te dringen. Waterverontreiniging blijft echter een probleem: overexploitatie, fysieke veranderingen en klimaatverandering zijn nog steeds van invloed op de kwaliteit en de beschikbaarheid van water.
Ongeveer 88% van het zoete water dat in Europa wordt gebruikt, is afkomstig van rivieren en grondwater. De rest is afkomstig van reservoirs (ongeveer 10%) en meren (minder dan 2%). Net als alle andere vitale hulpbronnen of levende organismen kunnen waterbronnen onder druk komen te staan. Dit kan het geval zijn wanneer de vraag naar water het aanbod overschrijdt of wanneer vervuiling de kwaliteit ervan vermindert.
Afvalwaterzuivering en vermindering van de stikstof- en fosforverliezen door de landbouw hebben geleid tot aanzienlijke verbeteringen van de waterkwaliteit. Volgens de meest recente gegevens van het EEA verkeert echter slechts 44% van het oppervlaktewater in Europa in een goede of zeer goede ecologische toestand, deels als gevolg van vervuiling. De situatie van het grondwater in Europa is iets beter. Ongeveer 75% van de Europese grondwatergebieden verkeert in een ‘goede chemische toestand’.
Volgens de Marine Messages II van het EEA is de huidige toestand van de Europese zeeën — van de Oostzee tot de Middellandse Zee — over het algemeen slecht. Ondanks een aantal positieve ontwikkelingen die dankzij regionale samenwerking tot stand zijn gekomen, kan een reeks van factoren die het gevolg zijn van vroegere en huidige menselijke activiteiten, onherstelbare schade toebrengen aan mariene ecosystemen.
Bovendien blijkt uit het rapport van het EEA over contaminanten in de Europese zeeën dat alle vier de regionale zeeën in Europa een groot verontreinigingsprobleem hebben, variërend van 96% van het beoordeelde gebied in de Oostzee en 91% in de Zwarte Zee tot 87% in de Middellandse Zee en 75% in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan. Het verontreinigingsprobleem wordt voornamelijk veroorzaakt door synthetische chemische stoffen en zware metalen die afkomstig zijn van menselijke activiteiten, zowel op het land als op zee.
Tevens bleek uit het rapport van het EEA over verrijking met nutriënten en eutrofiëring in de Europese zeeën dat eutrofiëring als gevolg van nutriëntenverliezen, voornamelijk uit de landbouw, eveneens een grootschalig probleem is, met name in de Oostzee en de Zwarte Zee.
Kust- en maritieme activiteiten, zoals visserij, scheepvaart, toerisme, aquacultuur en de winning van olie en gas, veroorzaken meervoudige druk op het mariene milieu, onder meer in de vorm van vervuiling. In alle mariene ecosystemen is zwerfvuil aanwezig, waarbij kunststoffen, metalen, karton en andere afvalstoffen zich langs de kust, op de zeebodem en in het oppervlaktewater ophopen. Schepen en offshore-activiteiten veroorzaken ook geluidshinder onder water, wat een negatief effect kan hebben op het zeeleven.
In heel Europa is veel gedaan om de opvang en zuivering van stedelijk afvalwater mogelijk te maken. Volgens gegevens van het EEA werd in 2017 in de meeste Europese landen rioolwater grotendeels opgevangen en tertiair gezuiverd. Toch was in een aantal Europese landen minder dan 80% van de bevolking aangesloten op openbare zuiveringsinstallaties voor stedelijk afvalwater.
Ondertussen vergt de bestaande infrastructuur onderhoud en zijn als gevolg van nieuwe druk aanzienlijke investeringen vereist, waaronder aanpassing aan de klimaatverandering, betere afvalwatervoorzieningen en het aanpakken van nieuwe punten van zorg, zoals geneesmiddelen of de zogenaamde mobiele chemicaliën in het afvalwater.
Naast puntbronvervuiling door de industrie en afvalwaterzuiveringsinstallaties hebben waterlichamen ook te lijden onder diffuse verontreiniging, bijvoorbeeld door vervoer, landbouw, bosbouw en woningen op het platteland. Verontreinigende stoffen die eerst in de lucht en de bodem terechtkomen, komen uiteindelijk vaak in waterlichamen terecht.
Intensieve landbouw is afhankelijk van meststoffen om de gewasopbrengsten te verhogen. Deze meststoffen werken vaak door stikstof, fosfor en andere chemische stoffen in de bodem te brengen. Stikstof is een chemisch element dat veel voorkomt in de natuur en essentieel is voor de plantengroei.
Een deel van de voor gewassen bestemde stikstof wordt echter niet door planten opgenomen. De hoeveelheid toegepaste meststoffen kan groter zijn dan de plant kan absorberen of mogelijk mogen de meststoffen niet worden gebruikt tijdens de teeltperiode van de plant. Deze overmatige stikstof komt in de waterlichamen terecht en stimuleert de groei van bepaalde waterplanten en algen in een proces dat wordt aangeduid als eutrofiëring. Deze extra groei leidt tot een tekort aan zuurstof in het water, waardoor deze onbewoonbaar wordt voor andere dier‑ en plantensoorten.
Pesticiden die in de landbouw worden gebruikt, zijn bedoeld om gewassen te beschermen tegen invasieve plagen en zo de gewasgroei te waarborgen. Deze effecten kunnen zich echter ook buiten het beoogde doel voordoen, waardoor andere soorten worden geschaad en de biodiversiteit wordt aangetast. Vaak komen deze chemische stoffen in waterlichamen terecht.
Een afname van economische activiteiten tijdens lockdowns zal waarschijnlijk leiden tot lagere emissies naar water door de industrie, terwijl de emissies afkomstig van scholen en werkplekken waarschijnlijk zullen verschuiven naar huishoudens. Afhankelijk van de gevolgen voor de landbouw en de energieproductie kan in specifieke gebieden in Europa de waterstress afnemen. Een afname van het toerisme zal waarschijnlijk ook leiden tot lagere emissies naar water langs de Europese kusten en op andere toeristische bestemmingen.
Meer informatie: www.eea.europa.eu/ post-corona-planet/explore.
Kunststoffen maken deel uit van bijna elk aspect van ons leven en kunststoffen die in onze waterwegen, meren en zeeën terechtkomen vormen een ernstig en goed gedocumenteerd probleem.
Zichtbaar plastic afval kan weliswaar nog wel uit rivieren, van stranden en zelfs uit de zee worden verwijderd, maar na verloop van tijd en door blootstelling aan zonlicht valt plastic afval uiteen in steeds kleinere deeltjes, aangeduid als micro- en nanoplastics. Afvalwaterzuiveringsinstallaties kunnen de meeste van deze kleine deeltjes uit het water filteren, maar het overblijvende slib wordt vaak op het land verspreid, waarbij plastic deeltjes door neerslag wegspoelen naar waterlichamen. Deze kleinste deeltjes zijn nauwelijks voor het oog zichtbaar en over de gevolgen ervan voor de natuur en onze gezondheid is nog maar weinig bekend.
Veel kunststoffen hebben ook een hoog adsorberend vermogen, waardoor andere contaminanten worden aangetrokken. Zoals opgemerkt in het EEA-rapport over de toestand van de Europese zeeën, kunnen de concentraties van contaminanten in deeltjes microplastic duizenden keer hoger zijn dan in omgevingszeewater. Hierdoor wordt het mariene leven blootgesteld aan schadelijke chemische stoffen, die vervolgens op ons bord terecht kunnen komen.
De afgelopen decennia heeft Europa aanzienlijke inspanningen geleverd om de waterkwaliteit te verbeteren, afvalwater te zuiveren en mariene en zoetwaterhabitats en -soorten te beschermen. Het EU-beleid heeft momenteel betrekking op een breed scala aan kwesties die verband houden met water, waaronder drinkwater, stedelijk afvalwater, zwemwaterkwaliteit, kunststoffen voor eenmalig gebruik, industriële emissies en gevaarlijke chemische stoffen. Overkoepelende programma’s en wetgeving, zoals de kaderrichtlijn water en de kaderrichtlijn mariene strategie, versterken deze specifieke onderdelen van de EU‑wetgeving.
Om de vervuiling tot nul terug te brengen moet in het desbetreffende actieplan dat deel uitmaakt van de Europese Green Deal, evenwel een grote nadruk worden gelegd op water, onder meer door te streven naar herstel van de natuurlijke functies van grondwater, oppervlaktewater en zee- en kustwateren en door vervuiling als gevolg van de afvoer van stedelijk afvalwater en nieuwe problemen, zoals microplastics en chemicaliën, aan te pakken.
Als een van de belangrijkste onderdelen van de Europese Green Deal is de “van boer tot bord”strategie erop gericht het landbouwgebruik en het risico van chemische pesticiden, het gebruik van antibiotica en het verlies van meststoffen in het milieu aanzienlijk te verminderen, bijvoorbeeld door middel van geïntegreerde gewasbescherming en een actieplan voor een geïntegreerd nutriëntenbeheer. De EU‑biodiversiteitsstrategie voor 2030 ondersteunt ook soortgelijke doelstellingen.
Om het probleem van kunststoffen te helpen aanpakken, heeft de EU al een strategie voor kunststoffen voorgesteld die erop gericht is de manier waarop producten in de EU worden ontworpen, vervaardigd, gebruikt en gerecycled te transformeren. Ondertussen verandert de houding van de consument en dankzij innovaties kunnen sommige producten die eerder van kunststoffen werden vervaardigd, nu worden gefabriceerd van cellulose die wordt verkregen van gerecycled papier en textiel, planten of algen.
For references, please go to https://www.eea.europa.eu/nl/ema-signalen/signalen-2020/articles/zorgen-voor-schone-wateren-voor or scan the QR code.
PDF generated on 15-10-2024 06:34
Engineered by: EEA-webteam
Software updated on 26 September 2023 08:13 from version 23.8.18
Software version: EEA Plone KGS 23.9.14
Documentacties
Delen met anderen