All official European Union website addresses are in the europa.eu domain.
See all EU institutions and bodiesDoe iets voor onze planeet, print deze pagina alleen als dat nodig is. Zelfs een kleine actie kan een enorm verschil maken als miljoenen mensen dat doen!
Article
99% van de katoenboeren in de wereld leeft in een ontwikkelingsland. Dat betekent dat de pesticiden worden gebruikt in landen met een hoog analfabetisme en een laag veiligheidsbewustzijn, wat zowel het milieu als mensenlevens in gevaar brengt.
Steve Trent, directeur van Environmental Justice Foundation
Wereldwijd leeft meer dan een miljard mensen in ‘extreme armoede’, volgens de definitie van de Wereldbank waarin ‘extreme armoede’ wordt omschreven als een situatie waarin iemand moet leven van minder dan 1,25 US-dollar per dag. Hoewel het percentage van de wereldbevolking dat in armoede leeft de laatste dertig jaar sterk is afgenomen, maakt een tamelijk groot aantal landen — waarvan er veel in Afrika liggen — maar moeizaam vorderingen.
In die landen draait de economische activiteit vaak om de winning van natuurlijke hulpbronnen door middel van onder andere land-, bos- en mijnbouw. Pogingen om de economische groei te stimuleren om te voldoen aan de behoeften van snelgroeiende populaties kunnen ecosystemen onder grote druk zetten.
In veel gevallen worden natuurlijke hulpbronnen, zoals katoen, in ontwikkelingslanden verbouwd of ontgonnen en vervolgens naar rijkere regio’s, zoals Europa, geëxporteerd. Dit geeft de consumenten in de geïndustrialiseerde wereld een belangrijke rol: ze kunnen helpen om het ‘onderste miljard’ uit de armoede te halen, of ze kunnen de kansen van de armsten in de wereld ondergraven door schade te veroorzaken aan de ecosystemen waarvan ze afhankelijk zijn.
In Burkina Faso — een droog, geheel door land omgeven en zeer arm land in het zuiden van de Sahara — is katoen big business. Nadat de productie de laatste jaren snel is gestegen, is Burkina Faso nu de grootste katoenproducent van Afrika. Het ‘witte goud’, zoals het in de regio wordt genoemd, was in 2007 goed voor 85% van de exportinkomsten en 12% van de binnenlandse productie.
Cruciaal is dat de opbrengsten van katoen ten goede komen aan een groot deel van de bevolking. De sector verschaft werk aan 15 tot 20% van de beroepsbevolking en daarmee inkomsten aan 1,5 tot 2 miljoen mensen. En als motor van economische groei heeft de sector de laatste tien jaar belastinginkomsten gegenereerd waarmee verbeteringen op terreinen als gezondheidszorg en onderwijs kunnen worden gefinancierd.
Het is voor de bevolking van Burkina Faso evident wat de voordelen van het verbouwen van katoen zijn. De nadelen zijn vaak minder duidelijk.
Een kwart van de bevolking heeft geen toegang tot veilig drinkwater. Meer dan 80% bedrijft uitsluitend landbouw voor eigen gebruik en is voor zijn basisbehoeften afhankelijk van water. Volgens de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) overschrijdt de jaarlijkse vraag naar water de beschikbare capaciteit met 10-22%.
Tegen deze achtergrond lijkt de enorme stijging van de katoenproductie van de laatste jaren riskant. Katoen is een dorstig gewas. Het moet tijdens de drogere maanden worden geïrrigeerd en verbruikt veel meer water dan andere veelvoorkomende cultuurgewassen.
Als water wordt gereserveerd voor de katoenproductie is het niet meer beschikbaar voor andere doeleinden. Het feit dat het grootste deel van de oogst wordt geëxporteerd, betekent dat grote hoeveelheden water worden gebruikt om in de behoeften van overzeese consumenten te voorzien. Dit staat bekend als de uitvoer van virtueel water.
De helft van het katoen van Burkina Faso gaat naar China, waar het wordt verkocht aan lokale spinnerijen, die het op hun beurt verkopen aan kledingfabrikanten die wereldwijd leveren. Consumenten die katoenen kledingstukken kopen, dragen feitelijk bij aan de invoer van aanzienlijke hoeveelheden water, dat in sommige gevallen afkomstig is uit delen van de wereld waar het veel droger is. Uit een studie blijkt dat in het geval van katoen 84% van de watervoetafdruk van Europa zich buiten Europa bevindt.
Voor landen die met waterschaarste kampen, zoals Burkina Faso, is het eigenlijk beter dat ze waterintensieve producten niet uit- maar invoeren. Het uitvoeren van virtueel water kan immers betekenen dat er niet genoeg overblijft voor de eigen bevolking en lokale ecosystemen. Dat gezegd hebbende, kan de vraag of Burkina Faso er goed aan doet om zijn schaarse water te gebruiken voor het verbouwen van katoen pas worden beantwoord nadat een volledige vergelijkende kosten-/batenanalyse is uitgevoerd van deze en andere bestemmingen van het water. Op zichzelf kan het ‘virtueel water’-concept ons niet vertellen hoe we watervoorraden het beste kunnen beheren. Maar het verschaft wel zeer nuttige informatie over de effecten van onze productie- en consumptiekeuzes.
Watervoetafdruk< en virtueel water zijn begrippen die ons een idee geven van de hoeveelheid water die we verbruiken.
Een watervoetafdruk is het volume aan zoet water dat is verbruikt voor het produceren van de goederen en diensten die door een individu of gemeenschap worden geconsumeerd of door een onderneming geproduceerd. Het begrip kent drie componenten. De blauwe watervoetafdruk is het volume aan oppervlakte- en grondwater en de groene watervoetafdruk het volume aan regenwater dat voor het produceren van de goederen en diensten is verbruikt. De grijze watervoetafdruk is het watervolume dat door de productie is verontreinigd.
Met de uitvoer van goederen of diensten wordt ook ‘virtueel water’ uitgevoerd: het water dat bij de productie van die goederen of diensten is verbruikt. Van de uitvoer van virtueel water is sprake wanneer een product of dienst wordt geconsumeerd buiten de grenzen van het stroomgebied waar het water is gewonnen.
Voor invoerlanden of -gebieden betekent de invoer van virtueel water dat ze hun eigen watervoorraden voor andere doeleinden kunnen gebruiken, wat zeer nuttig kan zijn voor landen die met waterschaarste kampen. Helaas kampen veel landen die virtueel water uitvoeren zelf met waterschaarste, maar hebben ze een zonnig klimaat, wat goed is voor de landbouw. Voor deze waterschaarse landen betekent de uitvoer van virtueel water dat de binnenlandse watervoorraden extra onder druk komen te staan. Vaak zijn er maatschappelijke en economische kosten aan verbonden omdat onvoldoende water overblijft voor andere activiteiten en behoeften.
Bron: Water Footprint Network
Het waterverbruik is niet het enige punt van zorg in verband met de katoenproductie in Burkina Faso. Het verbouwen van katoen gaat in de regel gepaard met een intensief gebruik van pesticiden: hoewel amper 3% van de bebouwde grond in de wereld voor de katoenteelt wordt gebruikt, is het gewas verantwoordelijk voor 16% van het mondiale pesticidengebruik!
De effecten voor de lokale bevolking en ecosystemen kunnen ernstig zijn. Maar omdat de personen die de pesticiden gebruiken die effecten niet allemaal merken en soms zelfs niet op de hoogte zijn van het bestaan ervan, worden ze niet, of maar ten dele, in de besluitvorming meegenomen. Vandaar het belang van voorlichting aan lokale telers over pesticiden en de effecten ervan.
Water is niet de enige cruciale hulpbron die wordt gebruikt. Grond is een andere. Net als op de meeste andere plaatsen kan grond ook in Burkina Faso op tal van verschillende manieren worden gebruikt. Levert het gebruik van grond voor katoenproductie voor de Burkinezen wel het meeste welzijnsrendement op?
Modachirou Inoussa was amper acht jaar oud toen hij zijn ouders al op de katoenvelden hielp. Op 29 juli 2000 rende Modachirou na een dag hard werken dorstig naar huis. Onderweg vond hij een lege plastic fles en schepte daarmee wat water uit een sloot. Hij kwam die avond niet thuis. De volgende dag vonden de dorpsbewoners zijn lichaam, met naast hem de lege fles Callisulfan.
Vergiftiging met Endosulfan in West-Afrika, gemeld door PAN UK (2006)
Dit is geen loze opmerking. Het bosareaal van Burkina Faso is in de periode 1990-2010 met 18% afgenomen, deels door uitbreiding van de landbouw. Dit percentage neemt in een steeds sneller tempo toe. Een particuliere boseigenaar in Burkina Faso is waarschijnlijk niet zo geïnteresseerd in bosbehoud, omdat het voor hem winstgevender is het hout te verkopen (of als brandstof te gebruiken) en de grond voor het verbouwen van katoen te gebruiken. Maar dit is niet noodzakelijkerwijs de beste optie voor de bevolking en de ecosystemen van het land.
De waarde van bossen voor mensen — dichtbij en ver weg — is vele malen groter dan de verkoopwaarde van het hout. Bossen leveren een habitat voor planten en dieren, voorkomen bodemerosie, absorberen kooldioxide, bieden recreatiemogelijkheden, en nog veel meer. Als de samenleving als geheel over het gebruik van grond en water zou beslissen — en die beslissing zou kunnen nemen op basis van een volledige kosten-/batenanalyse van de verschillende opties — dan zou ze er waarschijnlijk niet voor kiezen om die hulpbronnen volledig voor de katoenproductie te gebruiken.
Het verschil tussen de kosten en baten voor individuele personen en de kosten en baten voor de samenleving als geheel is een cruciaal verschil.
Bij het beantwoorden van essentiële vragen als “Hoeveel water moet voor katoenproductie worden gebruikt, en hoeveel grond en hoeveel pesticiden?”, nemen boeren in de hele wereld beslissingen op basis van relatieve kosten en baten. Want terwijl de opbrengst van de productie van katoen volledig voor de boer is, draagt hij gewoonlijk maar een deel van de kosten. De kosten van de aanschaf van pesticiden, bijvoorbeeld, vallen in het niet bij de kosten voor de gezondheidszorg van de schadelijke effecten van het gebruik ervan. De kosten worden zodoende grotendeels doorgeschoven naar andere mensen, waaronder toekomstige generaties.
Het probleem ontstaat doordat de boer, zoals velen van ons, zijn beslissingen laat bepalen door eigenbelang. Die verstoring van de besluitvorming wordt vervolgens doorgegeven via de wereldmarkten. Met als gevolg dat de prijzen die handelaren, kledingfabrikanten en uiteindelijk de consument betalen, een onjuiste afspiegeling vormen van de kosten en baten van het gebruik van hulpbronnen en de productie van goederen.
Dit is een ernstig probleem. In het grootste deel van de wereld laten mensen zich bij hun besluitvorming sturen door markten en prijzen, dus als prijzen een misleidend beeld geven van de effecten van productie en consumptie, nemen we foute beslissingen. De geschiedenis leert dat markten een zeer effectief mechanisme kunnen zijn voor het sturen van onze beslissingen over het gebruik van hulpbronnen en de productie van goederen en de welvaart maximaliseren. Maar als de prijzen onjuist zijn, faalt de markt.
Wat kunnen we daaraan doen? Regeringen kunnen in zekere mate corrigerend optreden als de markt niet goed werkt. Ze kunnen regels stellen voor en belasting heffen op het gebruik van water en pesticiden, zodat boeren er minder van gebruiken of op zoek gaan naar minder schadelijke alternatieven. Omgekeerd kunnen ze aan boseigenaren subsidies verstrekken om uitdrukking te geven aan de maatschappelijke baten van bossen, zowel op nationaal als internationaal niveau, en boseigenaren zo een alternatieve inkomstenbron te verschaffen. Waar het om gaat, is dat de belangen van het individu en die van de samenleving met elkaar in overeenstemming worden gebracht.
Verder is het belangrijk dat consumenten aanvullende informatie ontvangen naast de informatie die door prijzen tot uitdrukking wordt gebracht. In veel landen zien we steeds meer etiketten met informatie over de wijze waarop goederen zijn geproduceerd en voeren belangengroepen bewustwordings- en voorlichtingscampagnes over deze kwesties. Waarschijnlijk zouden veel mensen bereid zijn om meer te betalen of minder te consumeren als ze wisten wat de effecten van hun keuzes waren.
Soms moeten regeringen verder gaan dan het corrigeren van de markt en de rol van de markt in het toewijzen van hulpbronnen feitelijk beperken. Mensen hebben net als ecosystemen water nodig om te overleven en te gedijen. Velen zouden zelfs stellen dat mensen recht hebben op voldoende water om in hun behoefte aan voedsel en water en een gezond leefmilieu te voorzien. Regeringen hebben dus misschien wel de plicht om ervoor te zorgen dat aan die behoeften is voldaan alvorens het restant via de markt kan worden verdeeld.
Terug naar Burkina Faso. De regering en internationale partners hebben hun inspanningen geconcentreerd op maatregelen om iedereen toegang tot veilig drinkwater te verschaffen. Hoewel dit voor een kwart van de bevolking nog niet is gerealiseerd, is de huidige situatie toch een enorme verbetering met twintig jaar geleden, toen 60% niet over veilig drinkwater kon beschikken.
Momenteel worden in de hele wereld pogingen ondernomen om de werking van open markten te corrigeren en ze beperkingen op te leggen zonder dat daarmee de vele voordelen van open markten teniet worden gedaan. Nu is het echter zo dat de prijzen die op open markten tot stand komen vaak misleidende informatie geven, met als gevolg slechte beslissingen van zowel producenten als consumenten.
Als markten naar behoren zouden functioneren en in marktprijzen alle kosten en baten van onze acties tot uitdrukking zouden komen, zou Burkina Faso dan katoen produceren?
Waarschijnlijk wel. Voor een zeer arm land dat nergens aan zee grenst en maar over weinig eigen natuurlijke hulpbronnen beschikt, is er geen gemakkelijke weg naar welvaart. De katoenproductie levert tenminste aanzienlijke opbrengsten op en vormt zo in potentie een springplank naar economische ontwikkeling en een betere levensstandaard.
Doorgaan met het produceren van katoen hoeft niet automatisch te betekenen dat ook door wordt gegaan met het gebruik van water- en pesticidenintensieve productietechnieken of het kappen en verbranden van bos. Met alternatieve methoden, zoals biologische katoenteelt, kan het waterverbruik worden verminderd en het gebruik van pesticiden gestopt. De directe kosten van biologische teelt zijn weliswaar hoger — en daarmee ook de consumentenprijzen voor katoenproducten — maar die extra kosten worden meer dan gecompenseerd door een daling van de indirecte kosten voor katoentelers en de gemeenschappen waarin ze leven.
Er is zeker een rol weggelegd voor beleidsmakers: ze moeten helpen om markten naar behoren te doen functioneren, zodat prijzen een prikkel vormen voor het nemen van duurzame besluiten. Maar niet alleen beleidsmakers kunnen een verschil maken — geïnformeerde burgers kunnen dat ook.
Doordat toeleveringsketens over de hele wereld lopen, kunnen de beslissingen van fabrikanten, kleinhandelaars en consumenten in Europa grote gevolgen hebben voor het welzijn van mensen in zulke verafgelegen landen als Burkina Faso. Tot die gevolgen kunnen het creëren van werk en inkomen behoren, maar ook de overexploitatie van beperkte watervoorraden en vergiftiging van mensen en ecosystemen.
Uiteindelijk beslist de consument. Net zoals beleidsmakers onze consumptie kunnen sturen door het beïnvloeden van de prijzen, kunnen consumenten een signaal naar producenten sturen door alleen producten van duurzaam geteelde katoen te kopen. De volgende keer dat u een jeans gaat kopen, moet u daar eens een moment bij stilstaan.
For references, please go to https://www.eea.europa.eu/nl/ema-signalen/signalen-2012/artikelen/betalen-van-de-2018juiste2019-prijs or scan the QR code.
PDF generated on 28-03-2023 17:25
Engineered by: EEA-webteam
Software updated on 12 March 2023 21:56 from version 23.1.28
Software version: EEA Plone KGS 23.3.11
Documentacties
Delen met anderen