volgende
vorige
items

Article

Luchtvervuiling bestrijden door kennis

Taal wijzigen:
Article Gepubliceerd 26-11-2013 Laatst gewijzigd 11-05-2021
Photo: © EEA/ImaginAIR; Andrzej Bochenski
"Het goede nieuws is dat de blootstelling aan bepaalde luchtverontreinigende stoffen in de afgelopen decennia aanzienlijk is verminderd. Maar deze stoffen, waarvan we de uitstoot het sterkst hebben teruggedrongen, zijn niet de meest schadelijke voor de gezondheid en het milieu", aldus Valentin Foltescu, die bij het EEA verantwoordelijk is voor de beoordeling van de luchtkwaliteit en gegevensrapportage. We vroegen Valentin wat het EEA onderneemt op het gebied van luchtkwaliteit en wat we uit de nieuwste gegevens kunnen opmaken.

Het Europees Milieuagentschap houdt zich bezig met allerlei milieukwesties. Wat doet het EEA precies op het gebied van lucht?

Kort gezegd kijken we naar de kwaliteit van de buitenlucht en onderzoeken we waar luchtverontreinigende stoffen vandaan komen, in welke concentraties zij voorkomen en welke gevolgen zij voor ons en het milieu hebben. Meer technisch gesproken analyseren we gegevens over concentraties in de omgevingslucht en emissiegegevens – d.w.z. de hoeveelheden die in de atmosfeer vrijkomen. Tevens maken we ramingen van de mate waarin de bevolking aan bepaalde verontreinigende stoffen wordt blootgesteld.

In Europa zijn er duizenden stations voor de bewaking van de luchtkwaliteit die de concentraties van verschillende verontreinigende stoffen bijhouden. De meeste stations geven gegevens door aan AirBase, de Europese databank voor luchtkwaliteit, die door het EEA wordt beheerd. AirBase bevat monitoringinformatie voor 38 deelnemende landen en verzamelt gegevens over meer dan 100 luchtverontreinigende stoffen. Elf van deze stoffen worden gereglementeerd door de luchtkwaliteitswetgeving van de EU.

Wanneer de landen gegevens ter beschikking stellen, controleren wij of de gegevens geharmoniseerd zijn en voldoen aan de voorschriften van de EU-wetgeving. Bovendien worden de gegevens met het oog op kwaliteitsborging en kwaliteitscontrole onder de loep genomen, in nauwe samenwerking met de landen die die gegevens hebben verstrekt. Vervolgens maken we overzichten en beoordelingen, zoals het luchtkwaliteitsverslag, dat we medio oktober zullen publiceren.

Wat valt er uit de nieuwste gegevens over de luchtkwaliteit in Europa op te maken?

Er is goed nieuws en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat de blootstelling aan bepaalde luchtverontreinigende stoffen in de afgelopen decennia aanzienlijk is verminderd. Zo is het aantal mensen dat aan zwaveldioxide, koolstofmonoxide, lood en benzeen wordt blootgesteld, aanzienlijk verminderd. Op EU-niveau wordt minder dan 2 % van de stadsbewoners blootgesteld aan concentraties van deze verontreinigende stoffen die de daarvoor in de EU-wetgeving vastgestelde luchtkwaliteitsnormen overschrijden.

De andere kant van het verhaal is dat deze verontreinigende stoffen waarvan we de uitstoot het sterkst hebben teruggedrongen, niet de meest schadelijke zijn voor de gezondheid en het milieu. Vooral zwevende deeltjes en ozon op leefniveau, die de kans op gezondheidsschade en vroegtijdig overlijden sterk verhogen, zijn nog steeds in hoge concentraties in de buitenlucht aanwezig. Een derde van de stedelijke bevolking in de EU is nog steeds blootgesteld aan concentraties die de door de EU vastgestelde grens- of streefwaarden overschrijden.

Over het geheel genomen kunnen we een langzame afname van de concentraties van de schadelijkste verontreinigende stoffen constateren, waardoor de luchtkwaliteit wat deze stoffen betreft enigszins verbetert. We hebben echter ook geconstateerd dat in de afgelopen tien jaar de concentraties van deze verontreinigende stoffen op sommige plaatsen zijn toegenomen. Dit geeft zeker reden tot bezorgdheid.

Waar komen deze verontreinigende stoffen vandaan?

Een belangrijke bron is de verbranding van brandstoffen. Er zijn tal van sectoren waar we brandstoffen verbranden, bijvoorbeeld in het vervoer, bij de opwekking van energie, in de industrie en voor de verwarming van onze huizen. De landbouw is eveneens een belangrijke bron.

Luchtverontreinigende stoffen kunnen direct vrijkomen in de atmosfeer (primaire emissies) of kunnen worden gevormd als gevolg van de chemische interactie tussen uitgangsstoffen.

Ook hier geven de resultaten een gemengd beeld. Zo zijn bijvoorbeeld de emissies van primair fijnstof in de afgelopen tien jaar met 14 % gedaald. De uitstoot van sommige uitgangsstoffen voor de vorming van fijnstofdeeltjes is aanzienlijk verminderd, die van zwaveldioxide bijvoorbeeld met de helft. Bij andere uitgangsstoffen bleef de verlaging van de uitstoot beperkt. De emissies van ammoniak, die voornamelijk afkomstig zijn van de landbouw, zijn bijvoorbeeld slechts met 7 % teruggelopen.

We moeten er ook rekening mee houden dat de vermindering van de uitstoot niet automatisch tot een vergelijkbare afname van de concentraties leidt. We hebben te maken met complexe verbanden tussen de emissie van luchtverontreinigende stoffen en de luchtkwaliteit. De hoogte waarop de uitstoot plaatsvindt, chemische transformaties, de reactie op zonlicht, natuurlijke en hemisferische invloeden en de impact van het weer en de geografische omstandigheden spelen hierbij een rol. Wel is een aanzienlijke verlaging van de emissies een absolute voorwaarde voor de verbetering van de luchtkwaliteit.

Welke bijdrage levert uw werk aan de verbetering van de luchtkwaliteit in Europa?

Wij delen onze kennis met het algemene publiek en beleidsmakers op Europees en nationaal niveau. Wij bieden feiten en informatie over de toestand en de ontwikkeling van de kwaliteit van de buitenlucht, verontreinigende emissies en blootstellingscijfers. Deze kennis wordt vervolgens gebruikt ter verbetering van het luchtbeleid, dat uiteindelijk is gericht op de bescherming van de bevolking en het milieu tegen sterke luchtvervuiling. Je kunt geen doeltreffend beleid formuleren zonder de huidige situatie in de gaten te houden en die situatie en de oorzaken ervan te begrijpen.

Daarnaast kijken we naar de manier waarop de luchtkwaliteitswetgeving op lokaal niveau ten uitvoer wordt gelegd. We hebben zojuist een project afgerond waaraan verschillende steden in Europa hebben meegewerkt. Door middel van dit project kwamen we erachter welke maatregelen door de steden als succesvol worden beschouwd. Het gaat hierbij om maatregelen als het waarborgen van de naleving van de nieuwe, lagere grenswaarden voor zwavel in scheepsbrandstoffen in het havengebied, het verbod op het op de markt brengen, de verkoop en de distributie van bitumineuze steenkool, de brandstofconversie voor huisverwarming en de aanleg van stadsverwarming. Dit project heeft aangetoond dat we nog een hele hoop kennis en ervaring kunnen opdoen en met anderen kunnen delen.

Valentin Foltescu

Valentin Foltescu

Interview, gepubliceerd in nummer 2013/1 van de EEA-nieuwsbrief

Permalinks

Geographic coverage

Temporal coverage