volgende
vorige
items

Article

Onze waterconsumptie: irrigatielandbouw eist een zware tol

Taal wijzigen:
Article Gepubliceerd 10-06-2009 Laatst gewijzigd 11-05-2021
Photo: © Griszka Niewiadomski/Stock.xchng
De landbouw eist een steeds zwaardere tol van de waterbronnen in Europa. Er dreigen watertekorten en ecosystemen hebben eronder te lijden. Voor een duurzaam watergebruik moeten landbouwers de juiste prijsstimuli en adequaat advies en bijstand krijgen.

Voedsel en menselijk welzijn zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een goede voeding is niet alleen van belang voor onze gezondheid en het genot dat eten ons biedt, maar de landbouwproductie speelt ook een essentiële rol in ons individuele levensonderhoud en de ondersteuning van de economie als geheel.

Voor de productie van voedsel is echter veel water nodig, dat eveneens een vitale bron vormt. 24 procent van de waterwinning in Europa is bestemd voor de landbouw en dat lijkt misschien weinig in vergelijking met de 44 procent die wordt gewonnen voor koelwater bij de productie van energie, maar de gevolgen voor de watervoorraad strekken veel verder. Al het koelwater stroomt namelijk terug naar een waterlichaam, maar voor de landbouw is dat vaak slechts een derde.

Daarnaast is de verdeling van het watergebruik voor de landbouw niet overal gelijk. In bepaalde gebieden in Zuid-Europa is meer dan 80 procent van de waterwinning bestemd voor de landbouw. In de zomer wordt doorgaans de grootste hoeveelheid water gewonnen, wanneer het het meest schaars is, waardoor de schade het grootst is.

In het recente verslag van het Europees Milieuagentschap met de titel Water resources across Europe — confronting water scarcity and drought (Waterbronnen in Europa: aanpak van waterschaarste en droogte), worden de ernstige gevolgen van buitensporige waterwinning beschreven. Bij een overmatige exploitatie van waterbronnen is er een grotere kans dat in droge perioden ernstige watertekorten ontstaan. Het betekent tegelijkertijd dat de waterkwaliteit afneemt (doordat de concentratie van verontreinigende stoffen hoger is) en dat er in kustgebieden zout water in het grondwater terecht kan komen. Ecosystemen in rivieren en meren kunnen ook ernstig worden aangetast, wat schadelijk of dodelijk kan zijn voor planten en dieren als de waterspiegel daalt of deze wateren volledig uitdrogen.

In veel gebieden in Zuid-Europa zijn de gevolgen duidelijk zichtbaar. Bijvoorbeeld :

  • in het Konya-bekken in Turkije is de oppervlakte van het op één na grootste meer in het land, het Tuz-meer, drastisch afgenomen door (vaak illegale) waterwinning voor irrigatie;
  • in de Argolis-vlakte in Griekenland zijn bladeren deels verbrand en is sprake van bladverlies door chloorvergiftiging als gevolg van zoutintrusie; boorgaten zijn opgedroogd of buiten gebruik gesteld vanwege het buitensporige zoutgehalte;
  • in Cyprus zijn in 2008 ernstige watertekorten ontstaan, waardoor water met tankers moest worden ingevoerd. De levering aan huishoudens werd beperkt en prijzen schoten omhoog.

Inadequate stimuli

In bepaalde delen van Europa is het watergebruik in de landbouw steeds minder duurzaam, wat erop duidt dat met regelgeving en prijsmechanismen niet effectief is ingespeeld op de vraag.

Landbouwers schakelen over op waterintensieve irrigatiemethoden omdat zij hiermee een hogere productiviteit kunnen bereiken. In Spanje bijvoorbeeld is 14 procent van de geïrrigeerde landbouwgrond goed voor meer dan 60 procent van de totale waarde van landbouwproducten.

Landbouwers zullen irrigatie natuurlijk alleen toepassen als de toename van de oogstopbrengst hoger is dan de kosten voor de installatie van irrigatiesystemen en de winning van grote hoeveelheden water. In dit verband is op nationaal en Europees niveau een ongunstig stimuleringsbeleid gevoerd. Landbouwers betalen zelden de volledige kosten van het water en voor het milieu voor grote, openbaar beheerde irrigatiesystemen (met name wanneer regelgeving waarmee waterwinning wordt verboden of beperkt, niet effectief wordt afgedwongen). Voordat recentelijk hervormingen werden doorgevoerd, is met EU-subsidies vaak waterintensieve landbouw gestimuleerd.

Hierdoor is op een schrikbarende schaal gebruik gemaakt van water. Het Wereldnatuurfonds heeft de irrigatie van vier gewassen in Spanje in 2004 geanalyseerd. Daaruit kwam naar voren dat er bijna 1 miljard m3 water was gebruikt en dat daarmee overschotten zijn geproduceerd waarmee EU-quota werden overschreden. Dat komt overeen met het waterverbruik van de huishoudens van meer dan 16 miljoen mensen.

Door de klimaatverandering zal de situatie nog meer verslechteren. Ten eerste onstaat er meer druk op waterbronnen door hetere en drogere zomers. Ten tweede hebben de EU en de lidstaten afgesproken dat 10 procent van de brandstof voor vervoer tegen 2020 voor 10 procent afkomstig moet zijn uit biobrandstoffen. Als aan de groeiende vraag naar bio-energie wordt voldaan met de huidige energiegewassen van de eerste generatie, zal het watergebruik door de landbouw toenemen.

Welke weg moeten we inslaan?

In bepaalde delen van Europa is irrigatielandbouw van cruciaal belang voor lokale en nationale economieën. Als er in bepaalde gebieden geen gebruik meer wordt gemaakt van irrigatie, wordt de grond daar mogelijk niet meer gebruikt en zullen er grote economische problemen ontstaan. In de landbouw moet dan ook efficiënter gebruik worden gemaakt van water, zodat er niet alleen voldoende water is voor irrigatie, maar ook voor de lokale bevolking, een gezonde omgeving en andere economische sectoren.

De prijsstelling van water vormt de hoeksteen van beleid waarmee watergebruik moet worden bevorderd waarin economische, sociale en milieudoelstellingen in een evenwichtige verhouding tot elkaar staan. Uit onderzoek blijkt dat effectief toezicht kan worden gehouden op illegale waterwinning als de werkelijke kosten in de prijs worden verwerkt en dat landbouwers irrigatie zullen beperken of maatregelen zullen treffen om efficiënter gebruik te maken van water als er per volume wordt betaald. Nationale en Europese subsidies kunnen aanvullende stimulansen bieden voor het inzetten van waterbesparende technieken.

Wanneer de stimuli zijn doorgevoerd, kunnen landbouwers kiezen uit diverse technologieën, praktijken en gewassen waarmee het watergebruik kan worden beperkt. Ook regeringen hebben hier een essentiële rol te vervullen, door voorlichting en advies te geven zodat landbouwers op de hoogte zijn van de opties en door verder onderzoek te ondersteunen. Met de invoering van energiegewassen voor verwezenlijking van de doelstellingen voor biobrandstoffen moet de vraag naar water in de landbouw worden teruggedrongen, en niet worden verhoogd.

Als er eenmaal inspanningen zijn verricht voor terugdringing van de vraag, kunnen landbouwbedrijven ook hun voordeel halen uit mogelijkheden om gebruik te maken van alternatieve bronnen. In Cyprus en Spanje bijvoorbeeld zijn gewassen geïrrigeerd met gezuiverd afvalwater, met bemoedigende resultaten.

Permalinks

Documentacties