volgende
vorige
items

Article

Een luchtje scheppen - Luchtkwaliteit in Europa

Taal wijzigen:
Article Gepubliceerd 02-03-2009 Laatst gewijzigd 11-05-2021
* De personages in dit verhaal zijn fictief, maar de gegevens zijn waar. Het verhaal speelt zich af op 27 juli 2008, toen er een waarschuwing over de luchtkwaliteit werd afgekondigd in Brussel

Anna heeft gehoord van de vervuilde mist die in de jaren vijftig boven Londen hing en waardoor wel 2.000 mensen in een week tijd overleden. Uit haar jeugd herinnert ze zich beelden van dode vissen en afstervende bomen op het avondjournaal, toen 'zure regen' in de jaren zeventig voor het eerst onder de aandacht van het grote publiek kwam.

Door haar moederschap en een recente astma-aanval is luchtvervuiling weer terug in haar gedachten gekomen — en terecht. Feitelijk is de uitstoot van vele luchtverontreinigende stoffen overal in Europa behoorlijk gedaald sinds Anna's kinderjaren. De lucht die zij en Johan inademen is sterk verbeterd in vergelijking met vroeger en het Europese luchtbeleid is dan ook een van de grote succesverhalen van de inspanningen van de EU op milieugebied. Het EU-beleid heeft met name de uitstoot van zwavel, het hoofdbestanddeel van 'zure regen' drastisch verminderd.

Daarentegen is stikstof, een andere 'zure regen'-component, niet zo gedegen aangepakt en blijft daarom grote problemen veroorzaken. Een belangrijk deel van de stadsbevolking van Europa woont nog steeds in steden waar de EU-limieten voor luchtkwaliteit ter bescherming van de menselijke gezondheid regelmatig worden overschreden. Ieder jaar overlijden er in Europa meer mensen vroegtijdig als gevolg van luchtvervuiling dan door verkeersongelukken.

Het Europese doel van het bereiken van luchtkwaliteitsniveaus die niet schadelijk zijn voor de volksgezondheid of het milieu is nog steeds niet gehaald. Een analyse van het EMA wijst erop dat 15 van de 27 EU‑lidstaten één of meer van de juridisch bindende doelstellingen voor 2010 voor de vermindering van de uitstoot van schadelijke luchtverontreinigende stoffen niet zullen halen.

Anna is 37 jaar en woont in het centrum van Brussel. Samen met haar zoontje Johan plant ze een uitstapje om de drukke stad te ontvluchten. Anna lijdt aan astma en haar dokter heeft haar gewaarschuwd voor de gevaren van luchtvervuiling, vooral op warme zomerdagen.

Fijne deeltjes en ozon

Fijne zwevende deeltjes en ozon op grondniveau worden nu algemeen erkend als de twee verontreinigers die het grootste effect hebben op onze gezondheid. Blootstelling op de lange termijn, maar ook op piekmomenten, kan allerlei effecten op onze gezondheid hebben, van lichte irritatie van de luchtwegen tot een vroegtijdige dood.

Fijne zwevende deeltjes, een term die gebruikt wordt als omschrijving van allerlei minuscule deeltjes uit bronnen zoals uitlaatpijpen van auto's tot fornuizen, zijn schadelijk voor de longen. Blootstelling aan deze deeltjes kan schadelijk zijn voor mensen van alle leeftijden, maar vooral mensen met bestaande hartproblemen en aandoeningen aan de luchtwegen lopen een bijzonder risico.

Volgens de meest recente gegevens van het EMA is sinds 1997 tot wel 50 % van de stadsbevolking in Europa mogelijk blootgesteld aan concentraties van fijne deeltjes die de EU-limiet voor de menselijke gezondheid overschrijden. Maar liefst 61 % van de stadsbevolking is mogelijk blootgesteld aan ozongehalten die de EU-doelstelling overschrijden. Naar schatting is als gevolg van PM2.5 (fijne zwevende deeltjes) in de lucht de statistische levensverwachting in de EU met meer dan acht maanden omlaag gegaan.

Het EMA heeft waargenomen dat hoewel sinds 1997 de uitstoot van deze twee belangrijke luchtvervuilers is gedaald, de gemeten concentraties in de lucht die we inademen grotendeels gelijk zijn gebleven. Vooralsnog weten we niet waarom de omgevingsconcentraties niet zijn gedaald, maar dit zou te maken kunnen hebben met een combinatie van verschillende factoren: Hogere temperaturen als gevolg van klimaatverandering hebben mogelijk invloed op de luchtkwaliteit. Misschien komt vervuiling van andere continenten of bijvoorbeeld ozonvormende stoffen die door bomen worden afgegeven bij ons terecht.

Een dagje naar buiten

Anna is van plan om met Johan een dagje naar buiten te trekken. Voordat ze de deur van haar flat achter zich dichttrekt, logt ze in op IRCEL, een overheidswebsite die een schat aan regelmatige gegevens verstrekt over de luchtkwaliteit in België. Met behulp van kaarten kan Anna metingen en voorspellingen scannen voor fijne deeltjes, ozon, stikstofdioxide, zwaveldioxide en allerlei andere stoffen. De gegevens op de website zijn afkomstig van meetstations in het hele land.

Verbeteringen in controlemetingen en de beschikbaarheid van informatie over luchtvervuiling vormen het onderwerp van een ander succesverhaal in de laatste jaren. Plaatselijke gegevens over ozongehaltes worden nu bijvoorbeeld geplaatst op het 'Ozonweb' van het EMA (1) dat een overzicht biedt van de situatie in heel Europa.

Anna rolt haar muis over een kaart van België en zoomt in op een meetstation in het centrum van Brussel, op nog geen twee kilometer afstand van haar huis.

De meting, die slechts een paar minuten oud is, toont hoge ozongehalten in Brussel. Inderdaad voorspelt de website niveaus die de EU-doelwaarden zullen overschrijden voor later op de dag en ook de volgende dag ( afbeelding 1).

Anna verlaat haar flatgebouw en zet koers naar het dichtstbijzijnde metrostation, dat 10 minuten lopen verderop ligt. Eenmaal op straat is het niet moeilijk om de gevolgen van de verkeersproblemen in de stad te zien — en te ruiken.

Uitlaatgassen van auto's in het centrum van Brussel en alle grote steden irriteren de luchtwegen, ogen en longen. Anna en Johan zijn aangekomen bij hun plaatselijke treinstation en nemen de trein richting platteland.

Al gauw zijn ze bij een nationaal park aangekomen, dat net buiten Brussel ligt. Een bord vertelt hen dat ze een Natura 2000‑gebied gaan bezoeken, dat onderdeel uitmaakt van een ecologisch netwerk dat zich uitstrekt over heel Europa en dat is opgezet om de natuurlijke habitats en de diversiteit van planten en dieren te behouden.


Afb. 1 / De locatie en gehalten van ozon bij meetpunten voor luchtkwaliteit in Brussel op zondag 27 juli 2008. Als het gemeten ozongehalte de veiligheidsdrempels overschrijdt, wordt een rode driehoek afgebeeld en moet de plaatselijke overheid het publiek waarschuwen en voorzorgsmaatregelen aanbevelen. Bron: EMA, 2008.

Stikstof

Maar wat ruiken ze nu? Een tractor sproeit vloeibare mest over een veld vlakbij. Wat vervelend, denkt Anna, maar het hoort ook bij het echte plattelandsleven, dat er weliswaar heel wat romantischer uitziet in Johans plaatjesboeken.

De doordringende geur wordt veroorzaakt door wel 40 verschillende chemische stoffen die uit de mest vrijkomen. Ammonia (NH3), een vluchtig bestanddeel van stikstof, is een van die stoffen. In zeer hoge concentraties is NH3 bijtend en kan het de luchtwegen beschadigen. De niveaus zijn hier gelukkig niet gevaarlijk voor de menselijke gezondheid. Anna kan dus opgelucht ademhalen, ook al ruikt het niet zo fris.

Stikstof is een essentiële voedingsstof in de natuur. Reactieve vormen van stikstof worden in feite gebruikt door ons lichaam om proteïnen aan te maken. Teveel stikstof kan echter leiden tot ernstige milieu- en gezondheidsproblemen.

'Zure regen' wordt gevormd wanneer hoge gehalten aan zwavel- en stikstofoxiden in de lucht aanwezig zijn. Eén van de grote succesverhalen van het luchtvervuilingsbeleid in de afgelopen decennia is de massale vermindering van de uitstoot van zwaveldioxide. De 32 landen die lid zijn van het EMA hebben hun zwaveluitstoot tussen 1990 en 2006 met 70 % procent verminderd.

Terwijl de zwaveluitstoot daalt, is stikstof nu het voornaamste verzurende bestanddeel in onze lucht. Landbouw en vervoer zijn de hoofdbronnen van stikstofvervuiling. De landbouwsector is alleen al verantwoordelijk voor meer dan 90 % van de uitstoot van ammoniak (NH3).

Plotseling verliest Johan, die nog niet zo stevig op zijn voeten staat, zijn evenwicht en valt in een bed brandnetels. Nadat ze hem opgepakt en schoongeveegd heeft, ziet Anna overal brandnetels om zich heen. Ze heeft levendige herinneringen aan deze planten, die ze als kind in de tuin van de buurman zag. Toen groeiden de brandnetels rond een composthoop die ook gebruikt werd om pluimveemest te lozen.

Dat was geen toeval: deze stekelige plant is een indicator voor hoge stikstofconcentraties in de bodem.

'Eutrofiëring' is de meest waarschijnlijke oorzaak voor deze explosie van brandnetels rondom Johan. Dit verschijnsel doet zich voor wanneer er te veel chemische voedingsstoffen (zoals stikstof) in een ecosysteem aanwezig zijn, op het land of in het water. In het water treedt overmatige plantengroei op, gevolgd door afsterving. Dat leidt weer tot verdere effecten, waaronder de uitputting van de zuurstofvoorraad. Vissen en andere dieren en planten stikken uiteindelijk, als de beschikbare zuurstof is opgebruikt.

De overvloed van brandnetels op deze plek wijst erop dat ondanks het feit dat het Natura 2000 gebied een beschermde habitat is, de plek niet immuun is voor stikstofdeeltjes die door de lucht worden vervoerd. Het hek dat het natuurgebied afschermt biedt geen verdediging. Het gebied zou alleen volledig beschermd kunnen worden tegen stoffen uit de lucht als er een kas omheen gebouwd zou worden.

 

De inspanningen ter bestrijding van klimaatverandering zullen de luchtkwaliteit verbeteren

In januari 2008 stelde de Europese Commissie een Klimaat- en Energiepakket voor met als doel:

  • Broeikasgasemissies met 20 % terug te brengen in 2020.
  • Het aandeel van hernieuwbare energie met 20 % te verhogen in 2020.
  • De energie-efficiëntie met 20 % te verbeteren in 2020.

De inspanningen om aan deze doelstellingen te voldoen zullen ook de luchtverontreiniging in Europa verminderen. Een verbeterde energie‑efficiëntie en een toenemend gebruik van hernieuwbare energie zullen bijvoorbeeld allebei leiden tot minder verbranding van fossiele brandstoffen — een belangrijke bron van luchtvervuiling. Dit zijn positieve neveneffecten van het klimaatveranderingsbeleid.

Naar schatting zal het bovengenoemde pakket de kosten van het realiseren van EU-doelstellingen met betrekking tot luchtvervuiling met 8,5 miljard euro per jaar terugbrengen. De Europese gezondheidsdiensten zouden zelfs het zesvoudige van dit cijfer kunnen besparen.

Vooruitblik

Omdat luchtvervuiling geen rekening houdt met nationale grenzen, moet het probleem internationaal worden aangepakt. Het Verdrag van de Verenigde Naties betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (CLRTAP) van 1979, is door 51 landen ondertekend en vormt de basis voor de internationale strijd tegen luchtvervuiling.

Parallel daaraan heeft de EU beleid ontwikkeld om de totale uitstoot van ieder Lidstaat te beperken, door middel van juridisch bindende limieten. De 'Richtlijn Nationale emissieplafonds' (National Ceilings Emissions Directive — NECD) is een belangrijk beleidsinstrument van de EU. De richtlijn stelt 'plafonds' of limieten vast voor de uitstoot van vier verontreinigende stoffen: zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOX), niet-methane vluchtige organische stoffen(NMVOS), en ammoniak (NH3). De lidstaten moeten voor 2010 aan deze plafonds voldoen.

Het EMA is van mening dat de emissies nog verder moeten worden teruggebracht om het milieu en onze gezondheid naar behoren te beschermen. Een EMA-analyse van de meest recente NECD-gegevens (2) geeft aan dat 15 lidstaten verwachten dat zij tenminste één van hun vier plafonds niet zullen halen.

Dertien lidstaten verwachten dat ze niet aan de plafonds voor de twee stikstofhoudende stoffen NOX en NH3 zullen voldoen.(3).

De Europese Commissie is van plan om in 2009 een voorstel te lanceren voor de herziene versie van de huidige NEC-richtlijn, met onder meer strengere plafonds voor het jaar 2020. Waarschijnlijk zullen voor het eerst nationale limieten worden voorgesteld voor fijne zwevende deeltjes (PM2.5).

Het voorbeeld van de NEC-richtlijn wordt nagevolgd door richtlijnen voor luchtkwaliteit die limieten en doelstellingen vastleggen voor belangrijke luchtverontreinigende stoffen. In april 2008 werd een nieuwe richtlijn voor 'Schone lucht voor Europa' (Cleaner Air For Europe — CAFE) aangenomen. Voor het eerst stelt deze richtlijn verplichte limietwaarden vast voor concentraties PM2.5 (fijne zwevende deeltjes), waar in 2015 aan voldaan moet zijn. De Europese Commissie vraagt bovendien rekenschap aan landen die eerdere doelstellingen niet gehaald hebben. Waar onvoldoende maatregelen zijn gepresenteerd om hun prestatie te verbeteren, heeft de Commissie een niet-nakomingsprocedure gestart. Later die avond ziet Anna, terwijl ze naar het avondjournaal kijkt, dat de overheid een waarschuwing over de luchtkwaliteit heeft afgekondigd, vanwege de hoge ozongehalten die de EU-drempel overschrijden. De waarschuwing raadt mensen met ademhalingsproblemen aan om voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals het vermijden van zware lichamelijke inspanning zolang de ozongehalten hoog blijven.

 

Referenties

Coordination Centre for Effects (Coördinatiecentrum voor Effecten) gegevenscentrum van het International Cooperative Programme on Modelling and Mapping of Critical Levels and Loads and Air Pollution Effects, Risks and Trends (ICP Modelling and Mapping, ICP M&M)(internationaal samenwerkingsprogramma voor het in kaart brengen van kritische waarden en belastingen en effecten, risico's en trends van luchtverontreiniging).

Richtlijn 2008/50/EG van het Europese Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa.

EMA, 2006. Air quality and ancillary benefits of climate change policies, EEA Technical report No 4/2006.(technisch rapport van het EMA inzake luchtkwaliteit en bijkomende voordelen van klimaatveranderingsbeleid).

EMA, 2008a. The NEC Directive status report.(Statusrapport inzake de NEC-richtlijn betreffende nationale emissieplafonds) EEA Technical report No 9/2008.

EMA, 2008b. Annual European CommunityLRTAP Convention emission inventory report 2008. EEA Technical report No 7/2008.(Jaarlijks inventarisatierapport van de Europese Gemeenschap inzake het LRTAP-Verdrag)

EMA, 2009. Assessment of ground-level ozone within the EEA member countries with focus on long-term trends (in voorbereiding: Evaluatie van ozon op grondniveau binnen EMA-lidstaten, gericht op langetermijntrends)

EMA Core set indicator (kernindicator) CSI-04: Exceedance of air quality limit values in urban areas. ('Overschrijding van limietwaarden voor luchtkwaliteit in stedelijke gebieden')

EEA Ozone web ('ozonweb' van het EMA). Ozonvervuiling in Europa.

Europese Commissie, 2002. Het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap voor 2002–2012 (Besluit nr. 1600/2002/EG).

Europese Commissie, 2005a. Directoraat- generaal Energie en Vervoer.

European Commission Thematic Strategy on Air Pollution (2005). Mededeling van de Europese Commissie aan de Raad en het Europese Parlement. COM(2005)446 def. en persbericht.

Europese Commissie, 2005b. Thematische strategie inzake luchtvervuiling (2005). Mededeling van de Europese Commissie aan de Raad en het Europese Parlement. COM(2005)446 def.

IIASA, 2008. 'National Emission Ceilings for 2020 based on the 2008 Climate & Energy Package'.('Nationale emissieplafonds voor 2020 op basis van het Klimaat- en energiepakket 2008') NEC Scenario Analysis Report Nr. 6 ('Scenario-analyserapport inzake de NEC-richtlijn' Nr.6) International Institute for Applied Systems Analysis, juli 2008.

Task Force on Reactive Nitrogen (TFNr, Werkgroep reactieve stikstof), Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand.

 


(1) Ozonvervuiling in Europa: http://www.eea.europa.eu/maps/ozone. Een soortgelijke service met lokale informatie over gehalten aan fijne zwevende deeltjes in heel Europa is in ontwikkeling.

(2) Het statusrapport van de NEC-richtlijn (EEA Technical report 9/2008) bevat de gegevens die officieel door de lidstaten zijn gerapporteerd aan het einde van 2007.

(3) België, Frankrijk, Duitsland en Nederland geloven dat nieuwe beleidsinitiatieven en maatregelen, die nog niet zijn ingevoerd, hen zullen helpen om aan hun emissieplafonds voor 2010 te voldoen. Daarnaast denken verscheidene andere lidstaten dat zij meer zullen bereiken dan hun oorspronkelijke plafonds.

Permalinks

Documentacties