volgende
vorige
items

Beleidscontext

Taal wijzigen:
Pagina Laatst gewijzigd 07-05-2021
This page was archived on 01-09-2016 with reason: No more updates will be done
Het belang van eco-innovatie wordt volledig onderschreven in de Lissabon-strategie, de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling en het Zesde Milieuactieprogramma (6e EAP). Het Actieplan inzake Milieutechnologieën (ETAP), dat is aangenomen voor invoering in januari 2004, vervolledigt de regulerende handelingen van de Europese Commissie. Het ETAP brengt een aantal acties samen ter promotie van eco-innovatie en de toepassing van milieutechnologieën. De prioriteiten van het Actieplan zijn het promoten van onderzoek en ontwikkeling, het mobiliseren van fondsen, het stimuleren van vraag en het verbeteren van marktvoorwaarden.

ETAP vervolledigt de regulerende handelingen van de Europese Commissie en sluit direct aan op de drie peilers van de Lissabon-strategie: groei, banen en het milieu. Op basis van ETAP hebben lidstaten formele National Roadmaps, ontwikkeld, waarin voor milieutechnologieën en eco-innovaties relevante plannen, acties en resultaten zijn vastgelegd.

Onderzoek en ontwikkeling vormen een belangrijk element van de Lissabon-strategie, die erop is gericht 'Europa tot de meest competitieve en dynamische kenniseconomie ter wereld te maken'. Het Zevende Kaderprogramma voor onderzoek van de Europese Unie (KP7) voor de periode 2007-2013 zal naar verwachting ook een centrale functie vervullen bij het behalen van de Lissabon-doelstellingen. Een aantal Europese Technologie Platforms zal KP7 blijven sturen richting de behoeften van de industrie. Deze platforms houden zich bezig met technologische onderwerpen als windenergie, waterstof-brandstofcellen, fotovoltaïsche zonne-energie en met fossiele brandstoffen gestookte krachtcentrales met nul-emissie. Dergelijke platforms zullen in sterke mate bijdragen aan de Europese innovatieve capaciteit voor het omzetten van kennis en innovatie in toegevoegde economische waarde en milieuduurzaamheid.

De gang van Europa richting nul-emissie is in beweging gezet door een aantal doelstellingen: 20% reductie van de uitstoot van broeikasgassen tot 2020 (ten opzichte van niveaus in 1990); 20% van de energie afkomstig van hernieuwbare bronnen tot 2020; en 10% van de brandstoffen voor wegtransport afkomstig van biobrandstoffen. Dergelijke doelstellingen hebben aanzienlijke mogelijkheden geschapen voor nieuwe energietechnologieën en voor de transformatie van decenniumlange energieprogramma's. De 21ste eeuw zal een herconfiguratie van de stroomnetten te zien geven, met nieuwe, kleinere, breder gedistribueerde technologieën voor de productie van hernieuwbare energie die op meer lokale niveaus opereren, zelfs op het niveau van individuele huishoudens.

Technologieën alleen kunnen de Europese milieuproblemen niet oplossen. Een combinatie van handelswijzen, van wettelijke maatregelen tot vrijwillige acties, is nodig om duidelijke economische en milieutechnische voordelen te behalen. Regelgevingen als de IPPC-richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging zijn een effectieve manier gebleken om industrieën en ondernemingen in Europa aan te zetten tot afvalbeperking en recycling door het gebruik van schone technologieën te promoten. Ook vrijwillige programma's, zoals het milieubeheer- en milieuauditsysteem EMAS, hebben binnen duizenden industrieën en organisaties in Europa voortdurende prestatieverbeteringen op milieuvlak bewerkstelligd.

 

 

Permalinks

Documentacties